Inhoud
Zwaartekracht is de aantrekkingskracht tussen twee lichamen; zij is het die de maan in een baan om de aarde houdt en onze voeten op de grond. De zwaartekracht kan sterker of zwakker zijn, afhankelijk van twee factoren: massa en afstand.
Pasta
Massa is de eerste factor die de zwaartekracht bepaalt. Er zijn twee massa's waarmee rekening moet worden gehouden bij het bepalen van de hoeveelheid zwaartekracht: hoe meer massa elk van deze twee lichamen heeft, hoe groter de aantrekkingskracht tussen hen. De massa van de aarde is bijvoorbeeld groter dan die van de maan. Dit betekent dat een persoon die hier en op de maan hetzelfde gewicht heeft, op aarde een grotere zwaartekracht zal ervaren dan op de maan, aangezien de planeet een grotere massa heeft. Jupiter heeft een massa groter dan de aarde, dus zijn zwaartekracht is veel groter dan die van ons.
Afstand
De afstand tussen de twee objecten speelt een grote rol bij het bepalen van de hoeveelheid zwaartekracht tussen hen. Hoe verder de objecten zijn, hoe minder zwaartekracht er tussen zit. Planeten, bijvoorbeeld, hoe verder van elkaar, hoe minder aantrekkingskracht er tussen hen is. Dit geldt echter ook voor andere omstandigheden. U zult bijvoorbeeld een grotere zwaartekracht op het aardoppervlak voelen dan wanneer u in een heteluchtballon vliegt, hoewel het verschil klein is. Dit komt omdat de heteluchtballon zich op grotere afstand van het massamiddelpunt van de planeet bevindt.
Formule
De formule voor de zwaartekracht is het product van de massa vermenigvuldigd met de zwaartekrachtconstante gedeeld door het kwadraat van de afstand, of F = G (m1 x m2) / r ^ 2. F staat voor de zwaartekracht. G is de gravitatieconstante. M1 is de massa van object één. M2 is de massa van het tweede object. R is de afstand tussen de twee lichamen. De gravitatieconstante G is 6,67 x 10 ^ -11 Nm ^ 2 / kg ^ 2.
Evenredigheid
De ervaring van de zwaartekracht verschilt proportioneel tussen de twee factoren. De massa van de objecten is recht evenredig met de hoeveelheid zwaartekracht. Als bijvoorbeeld de massa van object één wordt verdubbeld, verdubbelt ook de hoeveelheid zwaartekracht. De kracht tussen objecten is omgekeerd evenredig met het kwadraat van de afstand. Dit betekent dat als de afstand tussen de twee objecten verdubbelt, de zwaartekracht tussen hen slechts een kwart sterker zou zijn dan op de oorspronkelijke afstand.