Inhoud
Mozaïeken fascineren al generaties lang waarnemers.
Mozaïek
Een mozaïek ontstaat waar tegels een plat oppervlak bedekken, zonder spaties of overlappingen. Een mozaïek is geen omslag met verweven of reliëf. Een mozaïek heeft rotatiesymmetrie, een beweging die een geometrische figuur rond een vast punt draait. Voorbeelden van mozaïeken zijn de werken van M.C Escher.
Regelmatig mozaïek
Regelmatige mozaïeken zijn opgebouwd uit regelmatige polygonen. Een polygoon is regelmatig als alle zijden en hoeken gelijk zijn. Gelijkzijdige driehoeken, vierkanten en zeshoeken zijn de enige vormen die regelmatige mozaïeken vormen.
Halfregelmatig mozaïek
Semi-regelmatige mozaïeken gebruiken twee of drie polygonen en de opstelling is hetzelfde bij elk hoekpunt. Dit zijn de eerste soorten mozaïeken die Kelper heeft bestudeerd. Een voorbeeld combineert twee zeshoeken met twee gelijkzijdige driehoeken.
Demiregular mozaïek
Demiregular mozaïeken zijn arrangementen van twee of drie polygonen. Er zijn twintig soorten demiregulaire mozaïeken. Een voorbeeld is een lijn die gelijkzijdige driehoeken op en neer afwisselt, gevolgd door twee rijen vierkanten, gevolgd door nog een rij gelijkzijdige driehoeken die op en neer zijn gericht.
Niet-reguliere mozaïek
Voorbeelden van dit type mozaïek zijn vormen die in elkaar passen zonder spaties of overlappingen en die rotatiesymmetrie hebben die geen regelmatige polygonen zijn. De som van de interne hoeken is 360º. Volgens deze regels is er een rangschikking van driehoeken die het mozaïek vormen. Vierhoeken, vierzijdige polygonen en niet-regelmatige vijfhoeken vormen het mozaïek.