Inhoud
Een Mercedes Benz heeft meerdere diagnosesystemen in het voertuig. Elke lamp correspondeert met een waarschuwingslampje op het dashboard van de auto. Sommige van deze systemen zijn toegankelijk voor een lekenmonteur, maar de juiste onderdelen zijn vereist. In de meeste gevallen vereist elk systeem, ongeacht of het diagnostisch, antiblokkeersysteem of aanvullende retentie vereist, een afzonderlijke scanner of een codelezer. Sommige nieuwere scanners zijn multifunctioneel en met de juiste software kan een laptop ook als scanner worden gebruikt om de diagnose te stellen.
routebeschrijving
Alle paneelwaarschuwingslichten maken deel uit van een specifiek diagnosesysteem (dashboard met snelheidsmeterafbeelding door robert paul van beets van Fotolia.com)-
Open de bestuurdersdeur aan de Mercedes-zijde en ga voor het stuur zitten. Zet de motor van het voertuig aan en u zult merken dat alle lichten op het paneel even oplichten en dan uitgaan. Bekijk alle waarschuwingslichten die blijven branden omdat ze aangeven welke delen van de auto in de problemen zitten. Het servicelampje betekent bijvoorbeeld dat het OBD-II-systeem is gedetecteerd met storingen of dat het antiblokkeersymbool aangeeft dat er problemen zijn met de remmen.
-
Zet de motor en het elektrische systeem aan, laat de sleutel in het contactslot van de Mercedes.
-
Controleer de beenruimte onder het stuur en u zult een uitgangspen vinden van de computer. Deze informatieconnector biedt plaats aan de scanners voor alle diagnostische systemen. De locatie van deze uitvoer is echter afhankelijk van het jaar en het model van de Mercedes in kwestie. Voor de meeste voertuigen bevindt deze zich onder de starter, links of rechts van de stuurkolom. Op sommige modellen bevindt het zich achter het toegangspaneel en in andere is het buiten.
-
Sluit de diagnosehardware aan op de Mercedes DLC-uitgang en schakel deze vervolgens in. De meeste scanners worden geleverd met een diagnosekabel die is aangesloten op de DLC-scanner. Sommige apparaten kunnen rechtstreeks op dit type scanner worden aangesloten.
-
Draai de sleutel in het contact naar "Aan". Hierdoor gaat het elektrische systeem aan. Afhankelijk van het systeem en het merk van de gescande scanner, kan het nodig zijn om de motor te starten. Als de scanner niet volledig operationeel is, moet het voertuig zijn ingeschakeld.
-
Voer de herstelcode in. Dit is afhankelijk van het exacte apparaat dat wordt gebruikt. De configuratie, oriëntatie en programmering zullen variëren afhankelijk van het merk en het gebruikte systeem. Het is vergelijkbaar met de manier waarop de besturingssystemen voor mobiele telefoons en notebooks werken. Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw hardware voor nauwkeurige instructies. Nadat de codes uit het systeem zijn verkregen, verschijnen ze op het scannerscherm.
-
Zoek naar coderingsinstellingen. Sommige handheld-apparaten bevatten deze instellingen op de achterkant, als bijlage. Als de handleiding geen diagnostische coderingsinformatie bevat, kunt u meer informatie op internet vinden. OBD II- en ABS-codes zijn bijvoorbeeld relatief eenvoudig te vinden. Complexere systemen, zoals SRS-airbags, zullen wat moeilijker zijn en vereisen mogelijk een technisch boek.
-
Zoek naar instellingen die overeenkomen met alle codes die u van de scanner hebt gekopieerd. Met deze instellingen kunt u een juiste beslissing nemen. Het is mogelijk om problemen thuis of via een monteur op te lossen en te repareren. Als u en uw monteur geen ervaring hebben met zeer complexe systemen, zoals ABS-remmen en SRS-airbags, moet u serieus overwegen om de auto naar een geautoriseerde en gespecialiseerde service te brengen. De codelijst helpt u geld te besparen op diagnostische kosten.
Wat je nodig hebt
- Diagnostische scanner