Inhoud
Geologen werken met de aarde zoals het nu is, om te begrijpen hoe het in het verleden was en hoe het in de toekomst zou kunnen zijn. Bepaalde gereedschappen en instrumenten kunnen het werk van een geoloog vergemakkelijken. Sommige van deze hulpmiddelen zijn erg eenvoudig en zijn de afgelopen decennia niet veel veranderd, terwijl andere meer modern, gespecialiseerd en duur zijn.
Geologen dragen vaak een verscheidenheid aan flessen en containers met kleine monsters om monsters van steenwater en grond te verzamelen (Comstock / Comstock / Getty Images)
Brunton Compass
Het Brunton-kompas is een specifiek type magnetisch kompas gemaakt door de geoloog David W. Brunton in het jaar 1890. Met dit kompas kan een geoloog "staking en dip" (volume en diepte), de fysieke oriëntatie van de rotslagen meten, fouten en andere geografische kenmerken. Door de exacte metingen van sedimentlagen te kennen, kan de geoloog preciezere aannames maken over wanneer, hoe en waarom de bodem is veranderd. Het Brunton-kompas is al sinds de uitvinding een geologisch meetinstrument, hoewel het tegenwoordig vergezeld kan worden door alle GPS- en computerapparatuur of smartphoneapplicaties die helpen staking en dip te berekenen.
Vergrootglas
Het vergrootglas wordt gebruikt om de geoloog een vergroot zicht te geven op de aarde of rotsen die worden onderzocht. Fijnkorrelige sedimenten, bodem, grond en stenen hebben vaak veel meer details die niet zonder vergroting worden waargenomen. Veel geologen gebruiken kleine, inklapbare handlenzen, die aan een touw om de nek kunnen worden gebruikt, zodat ze altijd op hun plaats blijven.
Hamers en Cinséis
Geologen gebruiken een reeks kleine hamers en beitels om rotsen te breken. Het buitenoppervlak van een rots is ruwer en meer versleten dan het beschermde interieur. Om de geschiedenis en samenstelling van een rots te ontdekken, zal een geoloog het in twee delen verdelen om de binnenste lagen te onthullen. De kleur, textuur en patronen van een rotsinterieur kunnen een geoloog helpen om dingen over de betreffende omgeving te onderscheiden. Een geoloog kan ook bepalen vanuit welke basis de steen is gemaakt, vanwege het gemak en de manier waarop het wordt verdeeld, breekt of breekt.
De hamers, voorzien van tips, aangeduid voor stollingsgesteente of metamorfe rotsen, sonderen en beter voor sedimentair gesteente en solo's. Beitels, gepaard met hamers en kleine hamers, hamerscheuren genoemd, zijn extra precisiegereedschap voor het werken met mineralen en fossielen.
Veldboek
Een geoloog die traint, heeft een duurzaam veldboek nodig, zowel voor een snelle referentie als voor aantekeningen op het veld. Grafieken, tabellen, stenotypes over rotsen, bodem en mineralen zijn opgenomen in het veldboek. Veldboeken zijn vaak waterdicht en weerbestendig. Gedetailleerde veldboeken bevatten een tabel die monsters van rotsen, bodemmineralen en granen vergelijkt. Waterdichte pennen en topografische kaarten zijn ook belangrijke accessoires die deel uitmaken van de rugzak van een geoloog.