Inhoud
- Ademhalingspassages
- Ademhalingsspieren
- Druk verandert tijdens het ademen
- Kraakbeenachtige ringen ondersteunen de vrije luchtstroom
De luchtpijp is het gedeelte van de luchtwegen in uw ademhalingssysteem dat lucht van de achterkant van de keel naar de longen transporteert. Vanwege de grote drukveranderingen die tijdens het ademen in uw borst optreden, zou uw luchtpijp uitzetten en samentrekken als het gewoon een flexibele buis was en niet ondersteund door kraakbeenachtige ringen die op gelijke afstand van elkaar zijn verdeeld over de lengte.
Ademhalingspassages
Terwijl lucht wordt ingeademd vanuit de externe omgeving naar de longen, gaat het door een reeks passages die achtereenvolgens uw neusholte, keelholte, luchtpijp, bronchiën en bronchiolen zijn. De luchtpijp, die gemiddeld 12,5 cm lang is, is omgeven door ringen van kraakbeen die helpen om stijfheid te geven en deze vitale luchtdoorgang open te houden.
Ademhalingsspieren
Terwijl u ademt, merkt u dat de omvang of het volume van uw borstkas toeneemt en afneemt. Deze volumeveranderingen worden veroorzaakt door spiergroepen die uw ribbenkast verhogen en uitzetten, of uw ribbenkast verlagen en samendrukken. Deze acties worden ondersteund door de beweging van uw middenrif, een koepelvormige spier, die de basis vormt van de borstholte.
Druk verandert tijdens het ademen
De beweging van lucht in en uit de longen vindt plaats als gevolg van drukveranderingen. Naarmate de ademhalingsspieren het volume van de borst vergroten, neemt de interne druk af, waardoor de lucht naar binnen wordt getrokken. Naarmate de spieren uw borstkas samendrukken, neemt de interne druk toe, waardoor lucht wordt verdreven.
Kraakbeenachtige ringen ondersteunen de vrije luchtstroom
Om een vrije en onbeperkte luchtstroom door de luchtpijp te genereren, moet de diameter worden gehandhaafd. Zonder de aanwezigheid van de kraakbeenachtige ringen die deze ondersteunen, zou de toename van de druk die wordt veroorzaakt door compressie van de ribbenkast tijdens het uitademen de luchtpijp samenpersen en sluiten, waardoor de doorgang van lucht drastisch wordt beperkt en de normale ademhaling wordt belemmerd.