Inhoud
Hoewel er enkele studies zijn over het zien van vossen en honden en vergelijkingen tussen de fysiologie van de ogen van de twee dieren, lijkt het erop dat de twee soorten dezelfde kleuren zien. Deze gelijkenis kan worden gebruikt om conclusies te trekken over hoe vossen zien.
Subjectieve ervaringen
Voordat we iets zeggen over welke kleuren vossen zien, moet in gedachten worden gehouden dat wat kleuren en zicht betreft, iets subjectiefs is. Met andere woorden, het is erg moeilijk om met zekerheid te zeggen dat wat de ene persoon ziet als hij bijvoorbeeld naar iets roods kijkt, hetzelfde is als de andere persoon ziet wanneer hij met een gelijk object wordt geconfronteerd. De naam is identiek, maar de ervaring kan verschillen. Evenzo is het moeilijk om menselijke ervaring met kleuren te gebruiken om te begrijpen hoe een vos ziet, ingewikkeld zonder de ervaring van visualisatie te hebben.
Kegels en staven
De delen van het lichaam die verantwoordelijk zijn voor het interpreteren van licht en het verzenden van de relevante signalen naar het menselijk brein zijn de kegeltjes en de staafjes. Deze cellen zijn belangrijk en hebben twee functies. Staven zijn gevoelig voor lage lichtniveaus en handig om in deze toestand te zien en beweging te detecteren. Ze zien echter alleen in grijstinten. Kegelcellen zijn belangrijk in relatie tot kleuren. In een poging de relatie tussen vossen en kleuren te begrijpen, onderzoeken wetenschappers het type en de verspreiding van kegels om te bepalen welke kleuren dieren onderscheiden.
Staven
Studies van kegels en staafjes in de ogen van honden en vossen hebben aangetoond dat er meer staafjes zijn die alleen zwart en wit onderscheiden dan kegeltjes die kleuren detecteren. Dit betekent dat honden en vossen 's nachts goed kunnen zien en verschillende grijstinten kunnen onderscheiden. Ze kunnen ook gemakkelijk bewegingen detecteren, wat belangrijk is bij het jagen.
Kegels
Studies van kegels van honden en vossen hebben aangetoond dat twee taps toelopende pigmenten de overhand hebben. De eerste is lichtgroen, of 550 nm in het elektromagnetische spectrum, en de andere is tussen 430 en 440 nm, ook wel donkerblauw of paars genoemd. Dit betekent dat vossen een dichromatisch zicht hebben of beperkt zijn tot twee kleuren. Ze maken geen onderscheid tussen rood en groen, een aandoening die 6% tot 8% van de menselijke bevolking treft (kleurenblind).