Inhoud
De technische naam van de medische praktijk voor het afnemen van bloed uit de aderen van een persoon is venapunctie. De procedure wordt meestal uitgevoerd door phlebotomists, paramedici en andere gekwalificeerde professionals. Gebruikelijke apparatuur voor venapunctie is een injectiespuit, naald, plastic katheter, vacuümbuis, injectienaald en plastic naaf. De oppervlakkige aders zijn de beste plaatsen om het materiaal op te vangen, omdat ze niet worden geblokkeerd door weefsels of slagaders en gemakkelijk te vinden zijn.
Basilicum ader
De basilicumader bevindt zich in het bovenste lidmaat. Daarom kan bloed worden verzameld uit de handen of armen. Het begint aan de achterkant van de hand, buigt rond het centrale deel van de onderarm en gaat verder omhoog, langs de arm, om de okselader te ontmoeten. Dit is verantwoordelijk voor het brengen van bloed naar het hart, de laterale regio van de borstkas en de oksel. De basilicumader is erg oppervlakkig (dicht bij de epidermis van de huid) en passeert het vet in het gebied achter de spieren van het bovenste lidmaat. Deze ader is zichtbaar door de huid en ziet eruit als een donkerblauwe structuur met het blote oog. De basilic ader is het meest voorkomende punt voor venapunctie.
Mediane cubitale ader (mediane basiliek)
Een andere veel voorkomende plaats voor venapunctie is de mediane cubitale ader, die ook oppervlakkig is en zich boven het gebied van de cubitale fossa van de arm bevindt. Het ontstaat bij de elleboogplooi en sluit aan op de cephalische en basilicumaderen. De mediane cubitaal wordt gebruikt voor het inbrengen van katheters, bloedtransfusies, intraveneuze injecties en voor het afnemen van bloedmonsters of aderlaten. Het is groter dan andere oppervlakkige aders en stabieler dan de meeste. De mediale cubitale ader is goed verankerd en stationair op zijn plaats, waardoor de bloedafname relatief pijnloos is.
Aderen op de rug van de hand
Het dorsale veneuze netwerk van de hand wordt gevormd door de dorsale metacarpale aderen die zich aan de voor- en achterkant van de hand bevinden. De basilic- en cephalic-aderen zijn afkomstig van het dorsale veneuze netwerk. De cephalische of antecubitale ader beweegt langs de zijkant van de arm en verbindt de hand met de schouder. Het passeert de weefsels van de schouder en loopt af in de okselader en wordt de subclavia-ader.