Inhoud
Kettingen werden door de Egyptenaren gebruikt om hen een veilig gevoel te geven. Zowel in leven als in dood gebruikten de Egyptenaren halskettingen als een soort amulet dat hen zou helpen zichzelf te beschermen tegen het kwaad of om de goden te aanbidden. De betekenis of reden van de ketting varieerde naargelang de symbolen en / of de gebruikte materialen.
Goud en edelstenen
Goud werd gebruikt in kettingen om het vlees van de goden te vertegenwoordigen, zoals Golden Horus, en wordt beschouwd als een goddelijk metaal dat aan de zon is bevestigd. Edelstenen werden ook gebruikt in kettingen en volgden een specifieke mythologische betekenis op basis van de kleur van de steen. Groenachtig turkooisblauw was bijvoorbeeld gekoppeld aan leven en vreugde, terwijl rood of roodbruin vuur en bloed symboliseerde. Egyptenaren begonnen vanaf hun geboorte amuletten te verzamelen om ze mee te nemen in het hiernamaals.
Scarabee
Een religieus en belangrijk symbool, de scarabee werd gebruikt in kettingen van de gewone Egyptenaren tot de farao. De scarabee was een kever die door de Egyptenaren als heilig werd beschouwd en zijn vorm was in het bovenste deel van het amulet uitgehouwen. De onderkant van sommige kevers kon als zeehond worden gebruikt; ze waren gegraveerd met hiërogliefen die in klei konden worden gedrukt als een symbool van autoriteit.
Amulet van het hart
Het hart was de ziel en geest voor de Egyptenaren. Volgens het Dodenboek werd gedacht dat het hart bezwaard was in het hiernamaals om toegang te krijgen tot Osiris, hun kijk op de hemel. Als het hart erg zwaar was, zou de dood aan het einde van zijn tijd gebeuren. Men geloofde dat een hartamulet een houder was voor het hart van de drager, en werd aan een ketting gedragen zodat het hart na de dood nog steeds bij de persoon was.
Menat
De menat is een zware, kralenketting met een voorstuk in de vorm van een halve maan, en werd gebruikt als een ceremonieel object voor de godin Hathor, van wie de Egyptenaren geloofden dat ze een invloed had op wedergeboorte en dood. Dit stuk werd meer gebruikt door koninginnen en wachtende dames die dienst deden als priesteressen. In zeldzame gevallen werd menat door mannen gebruikt, vooral door aanbidders van Hathor. Men geloofde dat de ketting een machtsmiddel was voor de godin.