Inhoud
Formele brieven volgen een basisformule, beginnend met uw adres, de datum waarop de brief is geschreven, de naam en het adres van de ontvanger, een begroeting of begroeting, de tekst van de brief, een afsluiting en uw handtekening. Soms is het nodig om de norm te verlaten, bijvoorbeeld als de brief is gericht aan twee personen met verschillende adressen, of aan één bedrijf met twee adressen. Neem daarom beide op in de brief om verlegenheid te voorkomen.
Stap 1
Typ uw adres, sla een regel over en zet de datum met de maand die verwijst naar het schrijven van de brief in de linkermarge, net als bij elke formele brief. De uitlijning van elke regel met de linkermarge staat bekend als "blokvorm", waardoor de letter er formeel en georganiseerd uitziet. Vermijd de semi-blokformaten die het adres, de datum en de handtekening in het midden of de rechtermarge van de brief plaatsen, aangezien dit de brief er rommelig of verwarrend uit zal laten zien.
Stap 2
Sla een regel over en voer de voornaam van de persoon of het bedrijf in. Adresseer adressen alfabetisch met achternamen of bedrijfsnamen. Typ het adres van de eerste ontvanger.
Stap 3
Laat nog een regel leeg voordat u de naam en het adres van de tweede ontvanger invoert in een standaard adresformaat.
Stap 4
Blijf de brief schrijven zoals u dat in elke formele brief zou doen. Sla een regel over vóór de begroeting en sla een andere regel over vóór de berichttekst en vóór het sluiten. Laat drie regels staan voordat u uw naam invoert, zodat er ruimte is om deze te ondertekenen. Voer uw titel of bedrijfsnaam in, indien van toepassing.