Inhoud
De koloniale periode was een van de cultureel meest robuuste voor de Nederlanders; zowel voor degenen in het land als voor degenen in het buitenland. De Nederlanders creëerden een commercieel en artistiek succesvolle cultuur waarin hard werken werd gevierd en religieuze tolerantie werd toegestaan. De arbeidsethos, het geloof en de geschiedenis van het overheersende protestantse geloof, het calvinisme, ondersteunden deze Gouden Eeuw van Holland.
Periode
De koloniale periode, gedurende de 17e eeuw, was verrassend voor de Nederlandse cultuur en religie, en wordt vaak beschouwd als de Gouden Eeuw van Holland. Het calvinisme was in deze periode in Nederland de dominante religie en het katholicisme was grotendeels onderdrukt sinds het begin van de Tachtigjarige Oorlog met Spanje in 1568. De oorlog duurde tot 1648. Het verdeelde het voorheen verenigde land Holland in langs een noord-zuid kloof, gescheiden door religie, cultuur en zelfs taal.
Verhaal
Voorafgaand aan de Tachtigjarige Oorlog was religie in Nederland een zeer controversieel onderwerp, terwijl later een houding van tolerantie, maar geen acceptatie de overhand kreeg. De overheersende vorm van protestantisme was het calvinisme. Calvinisme en katholicisme waren in duidelijke beweringen, zonder aanvaardbare middenweg; katholieken met een zekere rijkdom konden echter een goede sociale standaard handhaven. Verschillende andere denominaties van het protestantisme bestonden naast het calvinisme, maar niet zonder substantiële theologische meningsverschillen. In de loop van de oorlog verlieten veel calvinisten Zuid-Holland en gingen in het noorden wonen, met name in de stad Amsterdam.
Soorten
Tijdens het koloniale tijdperk bestonden verschillende religies naast elkaar in Nederland en in de koloniën. Het calvinisme was in die periode het overheersende geloof onder de Nederlanders, maar zelfs binnen deze factie van het protestantisme waren er verdeeldheid. Calvinisten waren verdeeld tussen de meest liberale, remonstranten, die in vrije wil geloofden en niet in predestinatie; en contra-remonstranten, strenger en conservatiever. Humanisten, hugenoten, katholieken en joden vormden een ander deel van de bevolking in de Nederlandse gemeenschappen.
Belang
De Nederlanders waren grotendeels pragmatisch, ook als het om geloof ging. Nederlandse gemeenschappen waren typisch tolerant ten aanzien van diversiteit van gedachten binnen bepaalde grenzen. Wetenschappers, kooplieden, handelaren en humanistische denkers hebben van Nederland of andere Nederlandse gemeenschappen hun thuis gemaakt, mede vanwege de sociale en officiële tolerantie van verschillende geloofssystemen. Hoewel religie belangrijk was in het dagelijks leven, was het voor zowel Nederlandse als Nederlandse immigranten in andere koloniën in de koloniale periode misschien minder belangrijk dan handel, rijkdom en welvaart. Al deze dingen werden niet alleen gezien als markeringen van de sociale hiërarchie, maar ook als spirituele waarden in gemeenschappen met een meerderheid van calvinisten.
Kenmerken
Het protestantisme in de koloniale periode was behoorlijk divers. Het calvinisme was de meest voorkomende protestantse denominatie in Nederland en onder Nederlandse immigranten, en ondanks dat het in zichzelf verdeeld was, plaatsten zowel het remonstrants als het contra-remonstrants calvinisme de staat van God boven alles. In de praktijk probeerden calvinistische kerken verwijderd te worden van de traditionele katholieke praktijk en om religieuze praktijken te vermijden die niet specifiek in de Bijbel waren beschreven. Hoewel predestinatie een controversiële kwestie was, geloofden calvinistische hervormers dat redding alleen kon gebeuren door Gods genade en barmhartigheid, en dat dit buiten de controle lag van de mens, die had gezondigd. Bovendien waren economische welvaart en rijkdom in het leven voor anderen tekenen van Gods gunst. Binnen bepaalde grenzen mochten andere religies hun eigen geloof in de Nederlandse gemeenschappen beoefenen.