Inhoud
Ridders droegen meer dan alleen harnassen. Verschillende kledingstukken integreerden het pantser perfect en beschermden de ridder zowel op het slagveld als tegen ongunstige weersomstandigheden. De stijl van de kleding die in de strijd werd gebruikt, was bedoeld voor praktisch gebruik, hoewel sommige aspecten van het stuk de ridder in staat stelden een unieke stijl te ontwikkelen, vooral tijdens toernooien.
Bescherming
Kleding was een belangrijk onderdeel van de ridder, omdat het harnas opwarmde in de zon en hem verbrandde zonder de isolatie van de kleding. Het metaal en de stof bleven bij elkaar, wat voor extra bescherming en comfort zorgde. De ridders droegen een linnen overhemd en ondergoed, genaamd "gipoun", om comfort te bieden. Slechts een deel van de gipoun was te zien. De banden aan de achterkant en zijkanten werden strakgetrokken zodat de gipoun het lichaam stevig vast zou houden. Anders zou het pantser de huid doorsnijden en irritatie veroorzaken.
Comfort
Ridders droegen over het algemeen een kledingstuk over hun kleding dat een jas werd genoemd. Dit stuk is doorgestikt en genaaid of gevuld met gras of linnen. Het had extra vulling voor de rijder. Ridders hadden vaak een lange mantel. Deze hoezen beschermden hen tegen regen, wind en kou. De middeleeuwse dichter Chaucer beschreef deze mannen in Canterbury-verhalen met een tuniek van grove stof. De tuniek heette "fustian". Fustians waren goedkopere alternatieven.
Identificatie
De ridders droegen een toga, een overjas genaamd, over het harnas. De overjassen hadden het wapen dat de ridder op het slagveld identificeerde. Het wapen was een symbool dat de ridders hielp om elkaar in de strijd te identificeren. Hij werd vooral op het schild en op een vlag geplaatst, in een praktijk die bekend staat als "heraldiek". De gewaden waren om het middel gebonden. Lange bandjes aan de mouwen, soms met een gesp aan de kraag. De ridders droegen een halsketting van twee vergelijkbare banden. De overjas was aan de onderkant open om voor ventilatie te zorgen en de ruiters te laten ontlasten.
Accessoires
Er werden vaak hoeden gedragen, die het niveau van de ridder bepaalden. Soms hadden ze bovenaan een punt waar een lint vast kwam te zitten. De ruiters droegen gordels waaraan niets aan de voorkant hing. Ze droegen soms een tas die aan de riem hing met een zijden, katoenen of metalen koord.
Schoen
De ridder droeg wollen sokken om zijn voeten en benen te verwarmen. De schoenen waren gesloten en de nieuwere versies waren spits. Schoenen waren over het algemeen van leer. De leersoorten die in de middeleeuwen het meest werden gebruikt, waren gelooid leer en leerlooierij.