Inhoud
Druiven zijn zoete vruchten die puur of ingeblikt kunnen worden gegeten, worden gebruikt bij het koken of wijn kunnen worden gemaakt. Zure groene druiven zijn niet geschikt om te eten en kunnen een gerecht bederven. Naast de culinaire redenen zullen druiven van lage kwaliteit niet hetzelfde niveau aan voedingsstoffen bieden als volwassen druiven. Enkele belangrijke opmerkingen kunnen helpen bepalen of een druif al dan niet klaar is om geoogst te worden. Deze eigenschappen kunnen helpen bij het controleren van het wijnprofiel of een zoete druivengelei.
Slechte kwaliteit druiven kunnen een dessert of wijn verpesten (Jupiterimages / Photos.com / Getty Images)
kleur
Als de druiven rijp en van goede kwaliteit zijn, moeten ze blauw, rood of heel lichtgroen zijn. Als ze nog steeds donkergroen zijn, zijn ze niet rijp. De variëteit die consumenten herkennen als "groene" druiven wordt geclassificeerd als witte druiven. Deze druiven zijn volwassen als ze licht van kleur zijn (een subtiel groenachtig geel). Als de druif bruin is of bruin wordt, wordt hij bedorven of bevat hij niet de benodigde voedingsstoffen die hij had tijdens het groeien. Zoek naar een uniforme kleur door de druiven aan de wijnstok. Als de kleuren variëren, krijgen ze een ongelijkmatige hoeveelheid voedingsstoffen, wat tot een vermindering van hun kwaliteit leidt.
afmeting
Er is geen standaardgrootte voor druiven. Het hangt af van de variëteit, inclusief de aanwezigheid of afwezigheid van zaden. De grootte kan echter een goede indicator zijn voor de kwaliteit van de druiven. Kijk voor een standaardmaat op alle druiven aan de wijnstok. Als ze zeer verschillende groottes hebben, ontvangen ze geen uniforme hoeveelheid voedingsstoffen en zijn ze van mindere kwaliteit.
stevigheid
Als de druiven groeien, zijn ze erg stevig. Zoek naar druiven die stevig zijn, maar elastisch als ze worden aangeraakt. Controleer uw kwaliteit door meerdere druiven licht in te drukken. Als ze zacht of zwak zijn, dan zijn ze slecht. Als de druiven nog steeds op de wijnstok zitten en zacht worden, dan zijn ze niet op het juiste moment geoogst of hebben ze niet de juiste hoeveelheid voedingsstoffen ontvangen.
smaak
Soms kunnen de kleur, smaak en stevigheid aangeven of een druif goed is. In die gevallen is het enige wat je hoeft te doen het te bewijzen. Zelfs als ze alle aanwijzingen geven dat ze goed zijn, kan de smaak anders blijken. Soms groeien de druiven goed, maar hebben ze geen zoetheid. Als dat gebeurt, probeer ze dan meer te laten rijpen, maar als ze niet zoeter worden, komt dat omdat ze niet alle voedingsstoffen hebben die ze nodig hebben. Als je het proeft, zorg er dan voor dat je het met een enkele druif doet. Verwijder indien mogelijk een trosje niet uit de wijnstok, want als de druiven eenmaal uit de wijnstok zijn verwijderd, rijpen ze niet langer.