Inhoud
De Grieken volgden de bouwprincipes van de Egyptenaren, zoals bouwen met stenen, hoewel hun architectuur veel meer versierd is dan die van de Egyptenaren. Een groot aantal oude Griekse gebouwen staat er nog steeds, met als bekendste gebouwen het Parthenon en het Akropolis-complex in Athene. Vóór de 7e eeuw voor Christus waren gebouwen gemaakt van hout met bakstenen muren.
Materialen
Vanaf de 7e eeuw voor Christus wisselden de Grieken bouwmaterialen uit van hout en bakstenen met marmer en kalksteen. Op het hoogtepunt van de periode die bekend staat als het oude Griekenland, in de 5e eeuw voor Christus, waren marmer en kalksteen de belangrijkste materialen in de gebouwen, waarbij hout werd gebruikt in structurele balken en daken waren bedekt met terracotta tegels. Aan het einde zijn de gebouwen in felle kleuren geschilderd.
Structurele principes
De overheersende methode die door de oude Grieken werd gebruikt, was die van kolommen en balken. Deze methode is een eenvoudige architraaf waarbij de balk wordt ondersteund door twee kolommen. Deze methode beperkt het ontwerp van de gebouwen, aangezien de kolommen dicht bij elkaar moeten staan. De meeste Griekse tempels zijn gebouwd met houten balken omgeven door stenen zuilen. De kolommen hielden het dak vast en versierden de friezen.
Constructiemethode
De oude Grieken gebruikten geen mortel in hun gebouwen, maar klemmen en pluggen om de stukken vast te zetten. De marmer- en kalksteenblokken werden zorgvuldig geëxtraheerd en gemeten en vervolgens nauwkeurig gesneden om een perfecte constructie te garanderen. De gereedschappen die door de metselaars werden gebruikt, waren handleidingen, zoals schoffel, boor, beitel en hamer. De meester-beeldhouwers vulden de stenen zuilen en sokkels met zeer gedecoreerd houtsnijwerk. Een kraan werd gebruikt om de onderdelen op te tillen en te plaatsen.
Bouwopdrachten
Er waren verschillende orden of stijlen van constructie, waaronder Doriërs, Ionen en Korinthiërs. De Korinthiërs gebruikten de techniek van entasis om optische illusies in gebouwen te creëren, zodat ze er symmetrisch uitzagen. De kolommen van het Parthenon zijn bijvoorbeeld aan de bovenkant breder dan in het midden om de illusie te wekken dat ze symmetrisch zijn. Evenzo is de basis van de wervelkolom eigenlijk concaaf om het uiterlijk van een rechte lijn te geven.