Inhoud
Een voedselweb is een grafiek die laat zien hoeveel energie wordt overgedragen tussen organismen in een ecosysteem, of dit nu in het water of op het land is. Het is niet hetzelfde als de voedselketen, die een lineair energiepad volgt, net zoals de zon energie geeft aan het gras, het gras wordt gegeten door een sprinkhaan, de sprinkhaan wordt opgegeten door een kikker en de kikker wordt opgegeten door een kikker. Havik. Een voedselweb omvat echter de complexiteit van voedsel- en energieketens en laat zien hoe alle leden van de voedselketen op meerdere manieren met elkaar verbonden zijn.
Basis voedselweb
Producenten zijn planten en andere organismen die fotosynthese uitvoeren en de zon als energiebron gebruiken. Consumenten zijn onder meer plantenetende herbivoren, vleesetende carnivoren en organismen die beide consumeren, alleseters genaamd. Ten slotte zijn er decomposers, zoals bacteriën en schimmels, die niet-levend organisch materiaal consumeren.
Controle
Lagere controle over het voedselweb wordt gereguleerd door roofdieren. Wolven die op elanden jagen, bijvoorbeeld, reguleert het aantal elanden en daarmee de productiviteit van de plant waar elanden de voorkeur aan geven, zoals wilgen. Superieure controle is een web dat voornamelijk wordt gereguleerd door primaire productiesnelheden. Zo heeft de hoeveelheid algen in een aquatisch ecosysteem invloed op het aantal herbivore vissen in dat gebied.
Aquatisch
Aquatische ecosystemen zijn aanwezig in zowel zoet als zout water. In zout water zijn er brekers zoals libellen, die zich voeden met organisch materiaal. Fytoplankton is een belangrijke producent in het waterweb. Sommige fytoplankton en terrestrische organische stof vallen aan het einde van een aquatisch ecosysteem, waar ze worden opgegeten door abyssale herbivoren. Ander fytoplankton wordt gegeten door zoöplankton. De belangrijkste consument van zoöplankton zijn kleine vissen en walvissen. Secundaire consumenten zijn grotere vissen die kleinere vissen eten, die ook door grotere vissen of door tertiaire consumenten kunnen worden gegeten.
Terrestrisch
Producenten zijn onder meer grassen, fruit, bloemen en zaden. Deze worden gegeten door insecten zoals vlinders, maar ook door vogels, chimpansees en herten, en door alleseters, zoals beren. Vogels eten ook insecten en kleine zoogdieren, en beren eten ook zoogdieren die producenten consumeren. Als deze dieren sterven, worden ze afgebroken door schimmels en insecten en vervolgens gebruikt als meststof voor producenten.
Kruispunt
Terrestrische en aquatische voedselwebben zijn ook met elkaar verweven, waardoor voedingsstoffen voor andere organismen worden bevorderd. Een verandering in populatiegrootte heeft gevolgen voor volgende populaties, in beide habitats. Aquatische consumenten worden ook opgegeten door landdieren zoals beren, wasberen, vogels en mensen. Waterdieren, zoals orka's, jagen op halflanddieren, zoals zeehonden. Terrestrische overblijfselen komen in aquatische ecosystemen terecht en vallen op de bodem van het water waar ze worden geconsumeerd door abyssale herbivoren.