Inhoud
Het lassen met zuurstof werd tot het einde van de 19e eeuw uitgevoerd met een combinatie van waterstof en zuurstof, maar de vlam die door deze combinatie werd geproduceerd, was niet heet genoeg om staal te lassen. In 1890 produceerde Edmund Davy, een Britse wetenschapper, het eerste acetyleen. Omdat deze verbinding een veel heterere vlam produceert, verving acetyleen snel zuurstof als gas dat voor dit proces werd gebruikt. De fakkeloperator controleert de temperatuur en geometrie van de vlam door de verhoudingen van de twee gassen in het mengsel aan te passen.
Neutrale
Een neutrale vlam is er een die ongeveer evenveel heeft als de twee gemengde gassen. Het is chemisch neutraal en oxideert of verkoolt het gelaste metaal niet. De neutrale vlam wordt gekenmerkt door zijn temperatuur van ongeveer 3200 ° Celsius, de afwezigheid van gesis, een lichtblauwe omhulling en een knapperige, witte kegel. Het is mogelijk om een neutrale vlam te produceren door de stroom acetyleen te verhogen totdat de vlam een gele bovenkant heeft en deze vervolgens te verkleinen tot er een heldere, witte interne kegel is.
Carburateur
Een carburateurvlam heeft een hogere concentratie acetyleen dan zuurstof. De koolstof in acetyleen is niet volledig verbrand, dus de vlam voegt koolstof toe aan het gelaste metaal. Dit proces wordt carburatie genoemd. Dit type vlam wordt gekenmerkt door temperaturen van ongeveer 3000 ° Celsius, aanwezigheid van gesis, onregelmatig geel omhulsel, blauwe sluier en witte gevederde kegel. Deze vlam is langer dan de neutrale.
Verloopstuk
Een reducerende vlam lijkt erg op de carburateur, maar met iets minder acetyleen. De vlam heeft een sluier van acetyleen tussen de kegel en de behuizing en is iets warmer. Een reducerende vlam mag niet worden gebruikt op metalen die koolstof absorberen.
Oxiderend
Oxiderende vlammen hebben meer zuurstof dan acetyleen in het mengsel. Overtollige zuurstof kan worden gecombineerd met veel metalen, waarbij oxiden worden gevormd. Het is niet bruikbaar bij het lassen van staal, maar het is wel geschikt voor koper- en zinklassen. Omdat het veel afval oplevert, wordt het zelden gebruikt om staal te snijden. De oxiderende vlam kenmerkt zich door de temperatuur van ongeveer 3500 ° Celsius, het gesis, een onregelmatig blauw omhulsel en een helderblauwe kegel. Het is korter dan de neutrale vlam.