Inhoud
Schimmels zijn een groep micro-organismen die zijn ingedeeld in een apart koninkrijk van planten en dieren. Ze worden overvloedig aangetroffen in een aantal omgevingen en leven onafhankelijk, afhankelijk (parasitair) of wederzijds voordelige levens. Schimmels zijn essentieel voor het goed functioneren van het ecosysteem door dode materie af te breken en vitale voedingsstoffen in de bodem en in de atmosfeer af te geven.
Saprofytische schimmels
Saprofytische schimmels (of decomposers) vormen de grootste groep schimmels die in de bodem aanwezig is. Ze zetten dood of rottend materiaal om in organische zuren, kooldioxide en schimmelbiomassa (of hun eigen lichaam). Ze breken hard organisch materiaal af, zoals hout, door de voedingsstoffen ervan op te nemen en in de bodem te immobiliseren. Saprofytische schimmels kunnen cellulose afbreken, lignine (waarbij de essentiële koolstof vrijkomt die door veel organismen wordt gebruikt) en eiwitten. Ze worden meestal gevonden rond dode dieren, insecten, bladeren en omgevallen bomen. Voorbeelden van saprofytische schimmels zijn Pleurotus ostreatus (oesterzwam), Lentinula edodes (shiitake) en Stropharia rugosoannulata (Stropharia rei).
Mutualistische schimmels
Mutualisten zijn een groep schimmels die wederzijds voordelige relaties (relaties waarvan beide betrokken soorten profiteren) met planten vormen. Meestal groeien ze op de wortels van planten en helpen ze hen voedingsstoffen (zoals fosfor) uit de bodem te halen. Mycorrhiza-schimmels zijn een groep mutualisten die in de wortels van planten groeien. Er zijn vier hoofdgroepen van mycorrhiza-schimmels, waaronder orchideeën, ericoïden, ectomycorrhizae en arbusculars. Bijna 90% van alle planten vormen wederzijds voordelige associaties met mycorrhiza-schimmels. Voorbeelden van mutualistische schimmels zijn onder meer die uit de families Zygomycota en Basidiomycota.
Pathogene schimmels
Pathogene schimmels dringen uw waardplant binnen en breken levende materie af. Ze verwijderen vitale voedingsstoffen uit hun gastheren, waardoor de plant verzwakt en uiteindelijk sterft. Pathogene schimmels dringen een plant binnen via de buitenhuid (epidermis) of groeien in de stoma (ademhalingsgaten). Ze infecteren een plant en zorgen ervoor dat deze sterft, of laten hem leven terwijl ze essentiële voedingsstoffen uit de levende plant stelen. Plantenziekten veroorzaakt door schimmels die in de bodem aanwezig zijn, zijn onder meer rot, zwarte vlek, maagzweer, roest, de ziekte van Rhizoctinia, wortelrot en aardappelwrat. Ziekteverwekkende schimmels worden aan het begin van de oogst vaak in de grond aangetroffen. Voorbeelden van pathogene schimmels zijn onder meer Pythium, Rhizoctonia, Phytophthora en Verticillium.