Inhoud
Spuiten zijn een belangrijk onderdeel van ziektepreventie en -behandeling, en het is noodzakelijk om de verschillende soorten en toepassingen van spuiten te begrijpen om ervoor te zorgen dat injecteerbare geneesmiddelen correct worden toegediend. Spuiten zijn er in verschillende soorten en maten, die specifiek zijn voor elk gebruik. Bovendien zijn er injectiespuiten met veiligheidsvoorzieningen gemaakt om accidenteel letsel en blootstelling aan gevaarlijke lichaamsvloeistoffen te voorkomen.
Spuit kenmerken
Conventionele spuiten bestaan uit vier hoofdonderdelen: een dop, een naald, een cilinder en een zuiger. De dop van de spuit wordt gebruikt om de naald te bedekken. De spuitcilinder bevat de vloeistof voor injectie en de plunjer drukt de vloeistof uit de spuit. De injectiespuitnaald kan permanent worden bevestigd of kan worden verwijderd.
Insuline spuit
De cilinder van een insulinespuit is vaak kleiner dan die van andere soorten spuiten, omdat deze is ontworpen om minder vloeistof te bevatten. Bovendien is de naald van een insulinespuit kleiner omdat deze gemaakt is om subcutaan (onder de huid) te worden geïnjecteerd. De manier om insuline te meten is uniek. Het is het enige medicijn waarin de meeteenheden eenvoudigweg "eenheden" worden genoemd. Zo meet de cilinder van een insulinespuit de hoeveelheid insuline in eenheden, in plaats van de hoeveelheid vloeistof in milliliter (ml).
Mond spuit
De mondspuiten worden gebruikt voor het toedienen van vloeibare medicijnen. Meestal worden mondspuiten gebruikt door kinderen. Maar deze spuiten worden ook gebruikt door volwassenen die de vaste vorm van een geneesmiddel niet kunnen doorslikken. De mondspuiten zijn er in verschillende maten cilinders, zoals 1 ml en 5 ml. Sommige medicijnen, zoals reconstitueerbare Tamiflu, worden geleverd met een mondspuit die de hoeveelheid medicatie meet die op de cilinder wordt getrokken, in milligram (mg), in plaats van de hoeveelheid vloeistof, in milliliter.
Allergie spuit
Bij gebruik voor allergiebehandeling moet een allergiespuit subcutaan worden geïnjecteerd. Sommige allergiespuiten hebben echter een grotere naald, die nodig is voor geneesmiddelen die bedoeld zijn om intramusculair (in de spier) te worden geïnjecteerd, zoals B-12. Apotheken in de detailhandel hebben gewoonlijk allergiespuiten voor intramusculaire injecties. Bovendien kunnen allergiespuiten een grotere cilinder hebben dan andere spuiten, wat nodig is om medicijnen toe te dienen die in grotere doses worden gegeven.
Veiligheidsspuit
Er zijn spuiten die veiligheidsspuiten worden genoemd. Veiligheidsspuiten bieden extra bescherming tegen accidenteel naaldletsel en blootstelling aan ziekteverwekkers in het bloed. Sommige veiligheidsspuiten hebben een beschermende naaldhuls, die over de naald past, om ervoor te zorgen dat de naaldbeschermer niet los zit. Bovendien hebben sommige veiligheidsspuiten een intrekbare naald. Wanneer de zuiger van de spuit de volledige inhoud uit de cilinder duwt, trekt de naald snel terug en keert terug naar de spuit.