Inhoud
Elke rookmethode, of het nu gaat om een pijp, sigaar of sigaret, gebruikt een ander mengsel en een andere snit van tabak. Pijptabak wordt meestal in dunne reepjes gesneden, bestaat uit een grote verscheidenheid aan basistabak, zoals Virginia en Burley, en is "gekruid" of gearomatiseerd. Voor sigaretten is het echter bijna volledig tabak uit Virginia en Burley, met wat oosterse of Turkse rook als smaakmaker. Sigarettentabak is over het algemeen dunner, met een kleinere snit en droger dan pijprook. Met een beetje voorbereiding verander je pijprook echter gemakkelijk in tabak die geschikt is voor sigaretten.
Stap 1
Leg een dun laagje pijptabak op een bord en laat 2 tot 4 uur staan. Plaats de schaal in nattere klimaten in de zon of in de buurt van een warmtebron. Laat de tabak drogen. Gebruik een tabaksmengsel in Virginia-stijl dat mild en lichtgeel is. Deze mengsels worden ook wel "Engelse mengsels" genoemd en bestaan uit tabak met minder smaak dan de mengsels die in pijpenwinkels te vinden zijn.
Stap 2
Kneed de tabak tussen je vingers tot hij dun en slijmerig wordt. Maal de tabak niet totdat deze een poeder wordt. Pijptabak wordt meestal in een vochtigere omgeving bewaard dan sigaretten, maar te veel droge tabak brandt onaangenaam heet en sneller dan goed vochtige tabak.
Stap 3
Wikkel de tabak in het juiste papier. Gebruik het filter om de luchtstroom in de sigaret te verminderen. Pijptabak is gemaakt om langzaam en op grotere afstand van de roker te roken dan sigarettentabak. Rook langzaam om de smaken en aroma's van tabak te ervaren, en verwacht rook die dichter en heter is dan een gewone sigaret.