Inhoud
Retoriek is de kunst van goed spreken en schrijven in het openbaar. Het werd voor het eerst gebruikt in het oude Griekenland, waar retorici de overtuigingskracht van spreken en schrijven gebruikten om anderen te beïnvloeden in hun manier van denken. De oude retoriek werd later overgenomen door de Romeinen en wordt nog steeds gebruikt in openbare toespraken en schrijfcursussen in het moderne onderwijs. De retorische driehoek werd oorspronkelijk geïntroduceerd door Aristoteles.
Oorsprong van de retorische driehoek
Aristoteles introduceerde de retorische driehoek in zijn werk "Rhetoric". Volgens hem is het doel van retoriek om anderen te overtuigen door middel van argumenten, en een beroep te doen op hun emoties, om hun gedachten te beïnvloeden. Aristoteles noemt drie soorten retoriek: politiek discours, forensische of juridische overtuiging en epidemische of ceremoniële discours. Elk type retoriek maakt gebruik van de drie elementen van de retorische driehoek, ook wel de aristotelische triade genoemd: ethos, pathos en logos.
Ethos
Ethos verwijst naar het karakter of de aanwezigheid van de spreker of schrijver die probeert te overtuigen. De auteur moet een geloofwaardig argument hebben - of lijken te hebben - en lijkt een betrouwbaar persoon te zijn. Als het argument een technisch probleem is of gespecialiseerde kennis vereist, moet de spreker zijn positie als deskundige vaststellen. Als de persoon niet geloofwaardig of betrouwbaar is, zal het publiek uw argument niet zien of erdoor worden overgehaald. De spreker moet ook de juiste tone-of-voice voor de situatie gebruiken als hij effectief wil zijn in zijn presentatie.
Pathos
Pathos verwijst naar de rol van het publiek in een retorische situatie. Het argument moet een beroep doen op de emoties of waarden van het publiek, wil het effectief zijn. Retoriek moet de verbeelding van de lezer of luisteraar stimuleren. De spreker of auteur moet empathie ontwikkelen voor het publiek. De spreker moet echter oppassen dat hij niet manipulatief overkomt, anders riskeert hij zijn ethos, zijn geloofwaardigheid bij het publiek te verliezen.
Logo's
De logos verwijst naar de logica van het argument zelf. Een retorische tekst moet duidelijk en logisch zijn opgebouwd. Als een argument onlogisch en verwarrend is, zal het publiek het niet kunnen volgen. Ongeacht het charisma van de spreker, als zijn argument moeilijk te begrijpen is, is het onwaarschijnlijk dat hij zijn toehoorders zal overtuigen. Een logische en gemakkelijk te begrijpen tekst heeft veel meer invloed op het publiek. Een onlogisch argument kan de perceptie van het publiek over de spreker aantasten, waardoor zijn ethos en zijn geloofwaardigheid bij hen afnemen.