Inhoud
De stijlen van het kiezen voor mandoline hangen af van het muzikale genre dat wordt gespeeld, en wat nog belangrijker is, ze zijn ook afhankelijk van de voorkeuren en het comfort van de persoon die speelt. De bandoliers houden meestal de keuze tussen de duim en de bovenkant van de meter. De vingers kunnen gebogen zijn naar het bluegrass of ontspannen, zoals in de zigeunerstijl. De hand van de muzikant draagt bij aan de beste manier om de pick te houden, en elke hand kan een zachte variatie gebruiken om hem een comfortabeler gevoel te geven.
Bandolinisten zoals Django Reinhardt spelen met de verhoogde pols (Photos.com/Photos.com/Getty Images)
tremolo
De tremolo-stijl is het belangrijkste kenmerk van bluegrass. Het wordt ingesteld door de vuist te laten ontspannen om een vloeiend geluid te creëren. Sterke tremolo's worden verkregen door de mandoline onder een hoek van 45 graden te houden, in plaats van horizontaal over het lichaam te liggen, zodat het mogelijk is om de elleboog aan uw zijde te laten rusten en u te concentreren op het gebruik van de pols voor een vloeiende en ontspannen techniek. Deze stijl geeft een element van opwinding in zowel snelle als langzame bluegrassmuziek.
Jazzzigeunerstijl
Muzikanten zoals de Belgische zigeunermandolinist Django Reinhardt hebben afstand genomen van bluegrass om een ontspannen stijlaanpak te bevorderen die de restbeats gebruikt om een sterk geluid te creëren dat afkomstig is van de mandoline. Muzikanten veranderen de snaren met een beat naar beneden ongeacht de richting van de pick-in de bluegrass-stijl, de eerste tel van de maat wordt afgespeeld en als deze naar boven wordt gespeeld, betekent dit een opwaartse noot. Ze gebruiken een dikke schoep, met een afgeronde afwerking waardoor ze door het touw kunnen glijden. Meestal rust de hand die de houweel vasthoudt niet op de mandolinebrug, maar wordt met losse vingers in de lucht opgetild.
Cross-picking
De cross-picking-stijl is gemaakt door Jesse McReynolds als een manier om Earl Scruggs 'arpeggio's met drie vingers te imiteren. Dit is een standaard voor Bluegrass-bandolinisten en er is een grote verscheidenheid aan technieken. Basistechnieken omvatten voorwaartse en achterwaartse arpeggio's afgewisseld met baspatronen. Twee-strengs oefeningen helpen je tenen te verwarmen voor de snelle en ingewikkelde plukstijl die cross-picking met zich meebrengt. Deze techniek heeft een groot bereik in de liedjes, gaande van bluegrass tot vioolmelodieën, zoals 'Whisky Before Breakfast'. Uitdagende cross-picking songs zijn onder andere "Cotton Patch Rag" en "Anthem to Joy".
Rieten voor verschillende stijlen
De meeste bandolinists gebruiken een zware oogst. De snaren van het instrument hebben een hoge spanning, dus banden van meer dan 2 mm zorgen ervoor dat een krachtig geluid met minder moeite wordt afgegeven. Een die dun en flexibel is, kan helpen bij de tremolotechniek, die een zeer hoge spoed heeft, en raadt aan om die van 0,8 mm of fijner te gebruiken. Muzikanten die tremolo spelen, gebruiken de ronde of scheurvormige vorm die zich in het midden van de modellen bevindt. Plectrums kunnen worden gebruikt om een snel melodie-effect te produceren.