Inhoud
Het bespelen van de mandoline is niet zoals gitaar spelen. Terwijl gitaristen slechts één vinger per huis gebruiken, gebruikt de mandoline diatonische vingerzetting, wat betekent dat elke vinger twee of drie huizen tegelijk kan bespelen. Deze techniek betekent dat de juiste muzikant de positie van de linkerhand en vingers voortdurend moet aanpassen, afhankelijk van het huis dat wordt gespeeld. Sommige vingeroefeningen kunnen helpen de linkerhand te trainen en de juiste positionering te leren.
Door je vingers te oefenen, leer je mandoline te spelen (mandoline nieuwe afbeelding door Paul Moore van Fotolia.com)
Huis tot huis
Raak de eerste snaar van het instrument aan zonder op een huis te drukken. Raak opnieuw aan met de wijsvinger van de linkerhand in het eerste huis. Plaats je middelvinger op het tweede huis en raak het weer aan. Blijf meer huizen aanraken en knijpen totdat al je vingers op je arm zijn. Maak dan de tegenovergestelde beweging en verwijder alle vingers van de arm. Herhaal nogmaals met de tweede reeks enzovoort met alle tekenreeksen.
Afdaling van de spin
Plaats de vingers van de linkerhand op het bovenste touw, elk over een huis. Til vervolgens de wijs- en ringvormige vingers op en plaats ze op de volgende snaar. Til je andere vingers op en plaats ze op de andere snaar met je andere vingers. Ga door met afwisselend, verplaats die paar vingers naar beneden tot je het laatste touw bereikt en doe dan hetzelfde klimmen.
Ruimte tussen de vingers
Plaats je linkerhand op je arm. Plaats je wijsvinger op de eerste snaar, het midden op de snaar eronder en een huis aan de voorkant, de ringvinger op een touw eronder en een huis aan de voorkant enzovoort. Verplaats je wijsvinger naar het volgende huis en houd de anderen op dezelfde plaats. Houd de ruimte tussen uw vingers, herpositionering indien nodig. Volg de andere vingers tot het einde van de arm en kom dan terug. Oefen met het houden van de ruimte tussen je vingers terwijl ze door de huizen bewegen.
Twee vingerakkoorden
Oefen met twee vingers tegelijk te tikken om te focussen en de linkerhand van de linkerhand te verlengen die oefening nodig heeft. Werk op en neer in de huizen met de wijs- en middelvinger, indicator en ring, indicator en pink en andere gewenste combinaties. Let op de pink- en ringvinger, want deze zijn kleiner en kunnen moeilijker te trainen en uit te rekken zijn.