Inhoud
- De hersenen en het limbisch systeem
- Het cerebellum en de hypofyse
- Olfactorbollen, vomeronasale orgaan en pijnappelklier
- conclusie
Het brein van de hond is niet zo anders dan de onze. (blauw breinbeeld door John Sfondilias van Fotolia.com)
De hersenen en het limbisch systeem
Het brein van de hond bestaat uit miljarden cellen. Het limbisch systeem is het deel van de hersenen dat emoties, gedrag en leerfuncties regelt. Wanneer mensen de hond leren zitten, is dit het gebied van de hersenen dat de taak uitvoert. Wanneer een hond territorium markeert, is het limbische systeem verantwoordelijk. Het veroorzaakt ook de affectie of agressie die van het dier komt.
Dit systeem is een netwerk van hersencellen die leren combineren met instincten. Het bestuurt ook de vijf zintuigen, emoties, plezier, woede, honger en zelfs seks.
Het cerebellum en de hypofyse
Het cerebellum bevindt zich aan de basis van de hersenen en is verantwoordelijk voor de spiercontrole. Het merg strekt zich uit van de hersenen tot de lendewervel en huist in de wervelkolom. Het zit vol zenuwen die signalen van de hersenen naar de rest van het lichaam overbrengen.
De hypofyse is een kleine klier, gelegen in het centrum van de hersenen, die hormonen afgeeft. Het verbindt het zenuwstelsel en het endocriene systeem. Het heeft een belangrijke rol in de groei, melkproductie, huidskleur, eierstok en testikels van de hond. Wanneer een vrouw in de hitte komt en een mannetje ruikt, worden de moleculen naar de hypofyse gestuurd. De klier helpt de hond te ontcijferen wanneer het vrouwtje klaar is om te broeden en wanneer het uit het vuur komt.
Olfactorbollen, vomeronasale orgaan en pijnappelklier
De reukbollen zijn verantwoordelijk voor de vuurtoren. Ze zijn vier keer groter in de hond en daarom kunnen honden tienduizend keer beter ruiken dan de mens.
Het vomeronasale orgaan is een ronde receptieve celzak die boven het dak van de mond ligt. Het heeft kanalen die zich openen in de neus en mond, waardoor de ingang van aroma's. De aromatische moleculen worden naar de te behandelen delen van de reukbollen gestuurd, zodat het brein van het dier weet wat hij ermee moet doen.
De pijnappelklier helpt de hond bij het waarnemen van omgevingslicht en het bedreigd fokken. Het produceert melatonine en helpt het metabolisme en zelfs de seksuele ontwikkeling te beheersen.
conclusie
Het brein van de hond lijkt erg op het onze. De verschillende secties besturen een groot aantal verschillende functies. Natuurlijke chemici sturen constante boodschappen door het dierensysteem. Deze borden waarschuwen het lichaam wanneer het in gevaar is, wanneer het voedsel nodig heeft, wanneer te kweken en zelfs hoe de trucs die mensen onderwijzen te doen.