Inhoud
Cattails zijn hoge planten, typisch voor moerassen, die tot 3 m hoog kunnen worden. Tuinders planten ze voor hun sierbelang, waardoor een rand en privacy ontstaat. Het is belangrijk dat ze in een vochtige regio worden geplant, omdat ze de stengels het grootste deel van het jaar nat moeten houden om zich te ontwikkelen. Er zijn twee manieren om aan deze planten te komen: door transplantaties te kopen of door de zaden te verzamelen. Transplantaties worden onmiddellijk in de grond gekweekt, terwijl de zaden moeten worden schoongemaakt voordat de jonge cattails klaar zijn om te worden geplant.
Stap 1
Snijd het oor van de zaadjes of het donzige uiteinde van de lisdodde met een schaar. Vraag bij het betreden van privé-eigendom eerst toestemming voordat u de oren verwijdert. Wrijf de zaadjes met je handen om ze uit het oor te verwijderen. Elk bevat ongeveer 250.000 kleine zaadjes, dus er zijn er veel om te planten met één oor van lisdodde.
Stap 2
Doe de zaden in een bruine papieren zak. Laat ze twee of drie dagen drogen.
Stap 3
Was de zaden om zand en vuil te verwijderen. Leg ze op een gaas en wrijf ze in met water. Pak met uw handen het vuil op dat zich tussen hen in bevindt.
Stap 4
Kies een gebied in de buurt van waterspiegels om de lisdoddezaden te planten. De beste tijd om te planten is wanneer het waterniveau laag is. Verwijder gras of onkruid uit het gebied door te graven. Hark de grond.
Stap 5
Gooi de zaden in het plantgebied. Bedek ze met 0,60 tot 1,25 cm aarde. Niet alle zaden zullen ontkiemen als gevolg van overstromingen, maar er zullen voldoende zaden uit het oor worden geoogst om meerdere lisdodden te planten.