Inhoud
Het proeven van voedsel uit de middeleeuwen zal uw studies van die tijd aanvullen. Tijdens de middeleeuwen - ook wel de middeleeuwen genoemd - hadden eetgewoonten veel Keltische, Normandische en Romeinse invloed. De soorten voedsel varieerden, afhankelijk van de rijkdom en status van mensen. Veel traditionele gerechten uit de lagere klassen waren gebaseerd op de beschikbaarheid van plaatselijke tuinen en wild. De rijken aten voedsel gekruid met kruiden uit andere landen.
Brood
Brood was het belangrijkste voedsel van die periode. De boerenklasse at in de middeleeuwen brood gemaakt van gerst, dat gemakkelijk groeit in de meeste Europese klimaten. De rijken at tarwebrood, dat meer water en onderhoud nodig heeft om te groeien, en werd als smakelijker beschouwd dan gerst. Omdat keukengerei, zoals vorken, zeldzaam was, werd brood vaak gebruikt om voedsel op te halen, zoals vlees- en groentestoofschotels. Groentestoofpot was een soep die door beide klassen werd gegeten en die een soort vlees, groenten en een korrel bevat, zoals zemelen. Het brood werd ook gebakken met een gat in het midden - vergelijkbaar met het moderne gerecht - dat ook werd gebruikt om het eten op te plaatsen.
Vlees en zuivelproducten
Jacht- en visexpedities van de hogere klassen waren gebruikelijk in de middeleeuwen. Vogels, kwartels, vissen en herten maakten deel uit van de maaltijd. Het vlees dat tijdens banketten aan de hogere klassen werd geserveerd, was meestal versierd met appels, verse kruiden en zelfs veren. De armere klassen aten gezouten vlees, zoals spek en zure haring. Boerderijdieren werden niet verspild, en het was gebruikelijk om organen te eten, zoals varkenspoten en kippenlever, geroosterd boven een vuur. De kazen werden gemaakt van zuivelproducten en ook van varkens- en koeienkoppen, nu "kopkaas" genoemd.
Fruit en kruiden
Fruit, zoals dadels en vijgen, werd vaak uitgedroogd of gebruikt om desserts te maken voor de rijkere klassen. Fruitgelei werd door beide klassen gebruikt. Fruit en kruiden werden zelden rauw gegeten, omdat men dacht dat dit tot ziekten zou leiden. De term groente werd niet gebruikt; in plaats daarvan werden alle groenten en kruiden "kruiden" genoemd. Uien, knoflook, wortelen en kool, meestal gekweekt in persoonlijke tuinen, werden gebruikt om royalty's te voeden. Deze gerechten werden aangevuld met geroosterd vlees en vis, of samen met steaks. Kruiden, zoals peterselie, saffraan en venkel werden aan het voer toegevoegd voor smaak maar ook voor medicinale doeleinden. De rijken aten voedsel dat werd gekruid met geïmporteerde kruiden, zoals karwij, nootmuskaat, kaneel en gember.
Drankjes
De adellijke klassen beschikten doorgaans over een kudde vee om melk te geven. De lagere klassen konden het zich niet veroorloven om het vee te voeren en te verzorgen, dus hadden ze doorgaans maar één of twee koeien om het gezin melk te geven. Waterfiltratie was niet beschikbaar, dus werd het meestal gekookt met andere ingrediënten, zoals honing, peterselie en fruit, om cider - bekend als mede - bier en appelwijn te produceren.