Inhoud
Rozen groeien in vezelige wortelstelsels, net als andere leden van de Rosaceae-familie, waaronder aardbeien en bramen, evenals appel-, amandel- en perzikbomen. Vezelige wortels bestaan uit een top- of kruinknoop die neerdaalt als een of meer dikke wortels, waaruit aan het einde kleinere armen en stekels steken. Vezelige wortels groeien voornamelijk lateraal, waardoor een geweven mat ontstaat die de grond op het bovenste niveau ondersteunt.
Kroon
Rozen hebben een kroonvormige wortel waaruit meerdere armen en aculi groeien. Deze centrale wortel ontwikkelt zich uit een zaadje en groeit naar beneden en vormt een "kiemwortel" of embryowortel. Deze oorspronkelijke wortelstructuur verbindt en zorgt voor groei boven en onder de grond. Het ontwikkelt knoppen die stengels, bladeren en bloemen worden, naast het produceren van wortels met dikke armen en vezelige uiteinden. Bij het planten van rozen met blote wortels is het belangrijk om de kroon alleen tot op het maaiveld te begraven.
Armen
De wortelarmen zijn de grootste gezwellen die voortkomen uit de centrale wortelkroon van een vezelig wortelstelsel. Bij rozen hebben ze meestal een diameter van 5 cm of minder, maar ze kunnen enkele centimeters lang zijn. De wortelarmen komen uit de kroon op een gedraaide of knoestige manier, zijwaarts en neerwaarts groeiend. Deze dichte, vlezige structuren stabiliseren de plant in de loop van de tijd, waarin ze voedingsstoffen uit de bodem opnemen. Bovendien genereren ze het volgende wortelniveau: worteltentakels die zich horizontaal verspreiden.
Doornen
Stekels met een diameter van 3 cm of minder komen uit de wortelarmen en spreiden zich in alle richtingen, maar meestal horizontaal, dicht bij de toppen van de grootste, resulterend in formaties die lijken op een arm. Deze structuren, samen met de kleine vezels die ze creëren, vergelijkbaar met haar, vormen de vezelachtige textuur van dit type wortel. Kleine maar robuuste stekels vormen een laterale wortelsteun onder de grond waardoor de plant veel vocht en voedingsstoffen kan opnemen uit grotere bodemmoleculen, zoals magnesium.
Haar
Aan de uiteinden van de worteltentakels groeien kleine wortelvezels zo groot als dik of korter haar. Deze structuren groeien vanuit deze tentakels in alle richtingen, zijn ermee verweven en ontwikkelen zich voornamelijk horizontaal. Wortelharen trekken vocht samen met de lichtste elementen in de bodem, zoals zuurstof-, stikstof- en fosfordeeltjes. Wortelharen zijn vaak afwezig in rozen met blote wortel, maar ze vullen zich snel aan wanneer de hoofdwortel en armen worden geplant.