Inhoud
De erfenis van de oude Inca-samenleving is een belangrijk onderdeel van de historische studies van de inheemse volkeren van Zuid-Amerika.Om het Inca-rijk te begrijpen, is het nodig om kennis te hebben van hun religieuze overtuigingen en rituelen, die een fundamenteel onderdeel van het leven vormden voor dit Andes-volk. .
Godheden
De Inca's aanbaden vele goden, elk met een bepaald invloedsgebied. De machtigste van hun goden was Viracocha, die volgens de Inca's hun schepper was. Viracocha was ook de schepper van de andere goden. De Inca's aanbaden ook Inti, de zonnegod, omdat men geloofde dat de zon de groei van hun landbouwgewassen stimuleerde, en Mama Quilla, de godin van de maan, aangezien de maancyclus de basis was van de Inca-kalender. Andere goden waren Illapa, de god van de donder, en Mama Cocha, de godin van de zee.
Geesten
Inca-aanbidding was niet beperkt tot goden, het omvatte ook andere entiteiten. De Inca's geloofden dat "huaca's", of geesten, woonden op plaatsen of objecten, zoals bronnen, stenen en grotten, die plaatsen van aanbidding vormden. Net als bij de goden had elke "huaca" bepaalde krachten, specifiek voor zijn locatie. Een "huaca" in een veer was bijvoorbeeld verantwoordelijk voor de stroming ervan.
Offers
De Inca's voerden verschillende rituelen uit als onderdeel van hun geloof en gingen vaak gepaard met opoffering. Als offer en vorm van aanbidding voor de goden werden meestal een cavia en lama's geofferd. De rituelen werden meestal uitgevoerd door een priester, die het te offeren dier offerde. Er werd ook vaak eten en drinken aangeboden, waarbij voedsel werd verbrand en drank op de vloer werd gemorst.
Leven na de dood
De Inca-religie had ook een concept van het hiernamaals. Ze geloofden dat degenen die goed waren geweest op aarde na de dood met de zon zouden leven en van onuitputtelijk eten en drinken zouden genieten. Degenen die slecht waren geweest onder de aarde zouden in de kou en zonder voedsel leven. Begrafenissen in het Inca-rijk vereisten een uitgebreid ritueel en het lichaam van de overledene werd meestal begraven, tenzij hij een hoge status had. Deze individuen, inclusief keizers, werden gemummificeerd.