Inhoud
Voortplanting bij levende wezens vindt meestal plaats in cycli. Of het nu om planten of dieren gaat, ze hebben allemaal levenscycli, sommige complexer dan andere. Sommige kenmerken zijn echter universeel en gelden in zekere zin in beide koninkrijken.
Bevruchting
Het bemestingsproces vindt plaats bij zowel planten als dieren. Er zijn verschillen in details en mechanismen, maar enkele overeenkomsten zijn opvallend. Mos heeft bijvoorbeeld zowel flagellated zaadcellen als de oosfeer. Hierin vindt bevruchting plaats wanneer het sperma de vrouwelijke gameet binnendringt. Gewervelde dieren hebben ook een vergelijkbare reproductiemethode.
Een van de verschillen tussen dieren en planten op dit gebied is hun zittende levensstijl. Het mos is afhankelijk van de regen of van een zeer vochtig klimaat voor het sperma om de oosfeer te bereiken. In het geval van dieren kunnen het mannetje en het vrouwtje bewegen en fysiek in wisselwerking staan tijdens het paarproces.
Embryo-ontwikkeling
Veel planten hebben een structuur die een eierstok wordt genoemd en die een tegenhanger is van de structuren van dieren. In angiospermen zijn er mannelijke en vrouwelijke bloemen. Zodra het stuifmeel van de mannelijke bloem naar de vrouwelijke bloem is gebracht, bevrucht de oosfeer. Dan begint het ei zich te ontwikkelen tot een embryo, net zoals een dierlijk embryo zich ontwikkelt.
Kieming en geboorte
Terwijl een gewerveld dier zijn leven begint wanneer het de baarmoeder van zijn moeder verlaat - hetzij in een ei dat zich moet ontwikkelen en uitkomen of als een pasgeboren persoon - in planten, vindt 'geboorte' plaats door kieming. van het zaad. Bij planten en dieren vindt een deel van de rijping plaats tijdens het embryonale stadium en een deel na ontkieming of geboorte.
Rijpen
Zowel bij planten als bij dieren rijpt het individu totdat hij geslachtsrijp wordt en zich kan voortplanten. Als het dier eenmaal geslachtsrijp is, kan het paren of, in het geval van planten, bestuiving en bevruchting uitvoeren. Hiermee is de reproductiecyclus voltooid.
Klonen
Hoewel het meestal op kunstmatige wijze bij dieren voorkomt, komt ongeslachtelijke voortplanting bij planten veel voor. Een knop of weefsel van een levende plant, geplaatst in kunstmatige grond of natuurlijk, kan nieuwe wortels krijgen en uitgroeien tot een levensvatbare plant. Wanneer dit gebeurt, is de nieuwe plant een genetische replica of een kloon van het origineel. In tegenstelling tot dit proces wisselen bij seksuele voortplanting de genen onderling uit, wat resulteert in genetische variabiliteit.