Inhoud
Hoogte kan een belangrijke factor zijn voor verschillende nevenkenmerken. Langere mensen hebben langere botten en wegen meer dan kleinere mensen. Maar helpt het met snelheid tijdens een race op een circuit? Een wetenschappelijk experiment kan u helpen de fysiologische structuren van het lichaam te begrijpen.
Materialen
Voor dit experiment heb je meerdere meetinstrumenten nodig om je hypothese goed te kunnen toetsen. Voordat u een race met uw cavia's organiseert, moet u de lengte, het gewicht en het lichaamsvetpercentage van elke deelnemer meten. Dit vereist een meetlint, weegschaal en een rekenmachine. Het berekenen van lichaamsvet zal u ook helpen de relatie tussen lengte en gewicht te begrijpen, en hoe dit de snelheid beïnvloedt. Bovendien is er een loopband nodig om het aantal stappen voor elke persoon vast te leggen. Gebruik twee stopwatches om de race te timen.
Reglement
Elk goed experiment is grotendeels samengesteld uit regels of factoren die voor alle cavia's hetzelfde zijn. Hierdoor kan de variabele - in dit geval de hoogte - volledig en storingsvrij worden verkend. De regels van dit experiment omvatten het kiezen van mensen van hetzelfde geslacht en dezelfde fysieke conditie. Twee vrouwen van verschillende lengte die dagelijks hardlopen, zouden bijvoorbeeld goed zijn voor de studie. Bovendien moeten mensen hetzelfde type uitrusting hebben, inclusief schoenen en kleding, en goed gehydrateerd zijn voordat ze testen. Ze moeten tijdens het experiment dezelfde route volgen.
Studievoortgang
Voordat u een race tussen een grotere en een kleinere persoon organiseert, controleert u het aantal stappen voor beide deelnemers. Hiermee kunt u de snelheid van beide vergelijken. Plaats de loopband op loopsnelheid. Laat ze vervolgens tien minuten met die snelheid rennen en controleer de voortgang van elk. Zet de loopband vervolgens op rijsnelheid en herhaal dit proces. Noteer deze gegevens in een tabel om het eindresultaat van de race te berekenen.
Ervaring
Nadat u het aantal stappen hebt vastgesteld dat elke persoon tijdens de run heeft genomen, organiseert u een run van een willekeurige lengte zodat ze kunnen rennen. Selecteer een vlak gebied of een track zodat uw resultaten niet worden beïnvloed door de route. Laat de studieobjecten afzonderlijk lopen en tijd ze allemaal. Laat ze minstens drie keer rennen op verschillende dagen en gemiddeld. Vergelijk de tijden met het voortgangsresultaat. Als u dit eenmaal heeft gedaan, noteert u de snelheid van de lengte, het gewicht en het lichaamsvet. Trek vervolgens uw conclusies. Hoewel langere mensen langere passen kunnen maken dan kortere, kan hun extra lichaamsgewicht hen soms vertragen.