Inhoud
Weke delen sarcomen (STM's) zijn verantwoordelijk voor 15% van alle huid- en onderhuidse kankers bij honden. De oorzaak van de meeste sarcomen blijft onbekend, hoewel trauma, parasieten en chemotherapie gepaard gaan met een verhoogd risico. Er is geen ras dat meer vatbaar is voor de ziekte. Synoviale (articulaire) sarcomen komen twee keer zo vaak voor bij reuen als bij teven. Geen enkele andere variëteit aan STM's is gerelateerd aan geslacht.
Tumoren
STM-tumoren worden gevormd uit mesenchymale cellen, dit zijn "generieke" stamcellen die uiteindelijk specifieke cellen kunnen worden (bijvoorbeeld botcellen of rode bloedcellen). Meestal groeien STM-tumoren langzaam, maar ze kunnen plotseling verschijnen. Het zijn meestal stevige massa's onder de huid en kunnen overal op het lichaam van de hond voorkomen, maar komen vaker voor op de ledematen, nek, hoofd of romp. De meeste STM-tumoren komen geïsoleerd voor en metastaseren (verspreiden) slechts in ongeveer 25% van de gevallen.
Diagnose
Als u een knobbeltje in uw hond vindt, moet u deze naar de dierenarts brengen voor een lichamelijk onderzoek om de marge van de tumor te bepalen. Dit verwijst naar het vermogen van de dierenarts om te voelen hoe goed de tumor is gedefinieerd (dat wil zeggen, of hij de afzonderlijke randen van het omliggende gezonde weefsel duidelijk kan voelen). De dierenarts zal ook een biopsie of fijne naaldaspiratie uitvoeren (verwijdering van vloeistof uit de tumor) om de cellen te zien waaruit de tumor bestaat. Hij kan ook een röntgenfoto van het hele lichaam, CT-scan of MRI bestellen om te controleren op tumoren in het lichaam.
Chirurgie
De meest voorkomende behandeling voor STM's is chirurgische excisie. De chirurg zal de tumor verwijderen, samen met een royale strook gezond omliggend weefsel. Het verwijderen van gezond weefsel is standaard in een poging alle kankercellen te elimineren.Als de chirurg de tumor- en kankercellen met succes heeft verwijderd, heeft uw hond mogelijk geen aanvullende behandeling nodig.
Straling en chemotherapie
Wanneer chirurgische verwijdering geen optie is vanwege de grootte of locatie van de tumor, wordt bestraling geprobeerd. Het wordt op de tumorplaats gebruikt om het te verminderen, te voorkomen dat het verder groeit of om het te doden. Het is meestal succesvoller bij kleinere tumoren. Over het algemeen wordt stralingsbehandeling goed verdragen door honden, en bijwerkingen zijn beperkt tot het behandelingsgebied, waaronder schaafwonden op de huid en brandwonden. Chemotherapie wordt gebruikt wanneer de STM-tumor van hoge kwaliteit is, wat betekent dat deze snel groeit en kan uitzaaien naar andere delen van het lichaam. Het kan de tumorgroei beperken of de verspreiding ervan vertragen, maar het is geen remedie voor STM.
Prognose
Bij de meeste STM's is de prognose erg goed. Als een operatie of bestraling succesvol is bij het verwijderen of beheersen van de tumor, heeft de hond 50% kans om nog minstens drie jaar te leven. Het belangrijkste is om de tumor te behandelen zodra deze verschijnt. Tumoren die opnieuw verschijnen, zijn agressiever, waardoor ze moeilijk te behandelen zijn.