Inhoud
Bij het optellen van minuten en uren, zoals in een logboek, wordt de bekende optelregel gevolgd, maar met een kleine afwijking. Aangezien er 60 minuten in een uur zitten, is het nodig om waarden groter dan 60 minuten om te zetten in uren. Elke fractie van een minuut die minder is dan 60, wordt in dit formaat bewaard. Deze afwijking is eenvoudig te onthouden als de uren en minuten afzonderlijk worden opgeteld. De resulterende waarden kunnen indien nodig gemakkelijk worden geconverteerd en teruggezet om het juiste antwoord te krijgen.
Stap 1
Schrijf de uren en minuten op die bij elkaar moeten worden opgeteld, waarbij u uren met uren en minuten met minuten groepeert. Als u bijvoorbeeld 2 uur en 43 minuten en 1 uur en 50 minuten optelt, groepeert u de eerste keer 2 uur en de tweede keer 1 uur. Groepeer vervolgens de eerste keer 43 minuten en de tweede 50 minuten.
Stap 2
Voeg de uren toe. In het vorige voorbeeld is 2 uur plus 1 uur gelijk aan 3 uur.
Stap 3
Voeg de minuten toe. Om verder te gaan met het voorbeeld, 43 minuten plus 50 minuten is gelijk aan 93 minuten.
Stap 4
Trek 60 van de minuten af en tel 1 op bij de uren als het resultaat van de minuten groter is dan 60. Bijvoorbeeld, 3 uur en 93 minuten zijn gelijk aan 4 uur en 33 minuten, waarbij 60 van de minuten wordt afgetrokken en 1 bij de uren wordt opgeteld.