Inhoud
Een dressuurzadel heeft andere afmetingen dan de maten die gewoonlijk worden gebruikt en die bij het springen worden gebruikt. Het verschil tussen zadels zit in de lengte van de buiken. Dressuurtraining vereist langere buiken, zodat de gespen de signalen van de gemonteerde personen niet hinderen. De ruiter leidt het paard door een reeks dressuurbewegingen, waarbij hij de benen en de stoel gebruikt en het paard door sprongen, piaffes en pirouettes begeleidt. De juiste maat van het zadel zorgt voor meer contact tussen de benen en het paardenlichaam.
Stap 1
Plaats het zadel op je paard net boven de schoft, dit is de kleine verhoging aan de basis van de nek van het dier waar de nek de rug raakt. Druk het zadel tegen de pommel en schuif het zadel naar de achterkant van het paard, totdat het op natuurlijke wijze op de rug van het dier stopt. Het lichaam van het paard bepaalt de uiteindelijke locatie van het zadel en laat het 5 tot 7 cm achter het schouderblad.
Stap 2
Plaats een meetlint op de buik aan de rechterkant van het paard. Vraag een assistent om hulp bij het bevestigen van het uiteinde van het lint aan het tweede gaatje vanaf het begin van de buik. De buiken zijn lederen banden met gaatjes en bevestigd aan het zadel. De gespen zijn aan de buik vastgemaakt zoals een riem om de taille.
Stap 3
Bereik de buik van het paard en pak het losse uiteinde van het meetlint vast. Houd de tape vast in het tweede gaatje vanaf het begin van de buik, aan de linkerkant van het dier. Voer de meting uit en rond de meting af om deelbaar te zijn door twee. De afmetingen moeten ongeveer 50 cm korter zijn dan het standaard Engelse zadel, omdat de buiken langer zijn.