Inhoud
Veel mensen denken misschien aan de uitdrukking "alternatief plan" wanneer hen wordt gevraagd om contingentie te definiëren. In het model van Fiedler betekent contingentie echter "afhankelijk van de vervulling van een voorwaarde". Fred Fiedler was een van de eerste wetenschappers die de invloed van de situatie op het succes van leiderschap introduceerde in zijn boek uit 1967, "A Theory of Leadership Effectiveness".
Bepalen van de stijl
Het model van Fiedler gaat ervan uit dat de persoonlijke leiderschapsstijl wordt gedefinieerd op basis van een taak of een relatie. Taakgerichte leiders richten zich op het klaren van de klus en zijn meestal autocratisch. Degenen die georiënteerd zijn door relaties stellen mensen op de eerste plaats en gebruiken creativiteit en teamwork om een project te voltooien.
De stijl kan worden bepaald met behulp van een techniek die is ontwikkeld door Fielder, de "minst geprefereerde collega" (LPC). De LPC-test vereist dat een leider nadenkt over de persoon met wie hij of zij het minst graag werkte en hem of haar vervolgens rangschikt op basis van een aantal kenmerken, waaronder samenwerking, vriendschap, oprechtheid, vertrouwen en perspectieven. Fielder theoretiseerde dat leiders die de minst geprefereerde overwaarde hadden, gedreven werden door relaties, terwijl degenen die onderschatten taakgericht waren.
Bepalen van de situatie
Het model van Fiedler vereist ook dat de leider zijn positie bepaalt. Volgens Fiedler hangt "situationele gunst" af van drie factoren: de leider-lidrelaties, de structuur van de taak en de positionering en macht van een leider. Leider-lidrelaties verwijzen naar het niveau van vertrouwen dat teamleden hun leider geven. De taakstructuur beschrijft hoeveel de leider en zijn volgers begrijpen van de taak die voorhanden is. De positie en macht van de leider hebben te maken met hoeveel invloed, zoals het vermogen om positieve of negatieve beloningen uit te delen, de leider in de situatie brengt.
Toepassing
De toepassing van het Fiedler-model omvat het afstemmen van de leiderschapsstijl op een gunstige situatie om de meest effectieve resultaten te behalen. Taakgestructureerde leiders met belonende kracht zullen bijvoorbeeld het meest effectief zijn in situaties waarin de groep een duidelijk omschreven taak heeft gekregen, aldus Fiedler. Relatiegerichte mensen zullen effectiever zijn in situaties waarin de taak onduidelijk is en creativiteit vereist, en waar de leider geen beloningsautoriteit heeft, maar wel een positieve relatie heeft met zijn team. Tussen deze twee voorbeelden staan verschillende potentiële leiderschapsscenario's die afhankelijk zijn van gericht leiderschap en situationele gunst.
Sterke punten
De kracht van Fiedler's theorie is het vermogen om de effectiviteit van leiderschap te voorspellen op basis van de introductie van individuele en organisatorische variabelen. Bovendien effende het model van Fiedler de weg voor andere theorieën die in wezen een 'niemand is perfect'-leiderschapsstijl hebben, zoals het situationele leiderschap van Hersey en Blanchard.
Zwakke punten
Fiedler zegt dat het voor een organisatie gemakkelijker is om een situatie aan te passen aan een leider dan voor de leider om zijn stijl te veranderen. Het model is inflexibel en negeert het aanpassingspotentieel van een leider, hetzij door middel van training of door persoonlijke stijl. Bovendien kunnen degenen die in het midden van de voorkeursschaal vallen, niet doorslaggevend worden bestempeld als taak- of relatiegericht, en het model staat geen deelstijlen toe.