Inhoud
De theorie van sociaal conflict komt voort uit de gedachte van Karl Marx, een bekende filosoof en politiek theoreticus. Marx bestudeerde de manier waarop conflicten het gedrag van mensen en groepen sturen, gaande van het individuele tot het regeringsniveau. Er zijn verschillende soorten sociale conflicttheorie. Elk begint vanuit een specifieke invalshoek of benadering om conflicten, de strijd om macht en de toewijzing van middelen te bespreken.
Materialistische conflicttheorie
De materialistische benadering van sociale conflicten beschouwt de geschiedenis als gedreven door het soort werk dat in een samenleving wordt uitgevoerd en door hoe dat werk de basisbehoeften van de werknemer ondersteunt. Karl Marx theoretiseerde dat alles van waarde in een samenleving het product is van menselijke arbeid. Hij stelde dat het proces van werken en bouwen aan de samenleving tot menselijk bewustzijn leidt, en niet andersom.
In de sociale conflicttheorie die is gebaseerd op het materialisme van Marx, zijn er twee klassen: de dominante klasse en de gedomineerde klasse. De heersende klasse bezit en controleert de productiemiddelen - inclusief arbeiders, fabrieken en machines. Volgens Marx zal de heersende klasse de arbeidersklasse blijven onderdrukken om de scheiding tussen de twee stevig te vestigen.
Kritische theorie
Kritische theorie is een soort conflicttheorie die conflicten tracht te verklaren via de geesteswetenschappen en sociale wetenschappen, inclusief gebieden als literatuur, politiek en andere sociale trends. Kritische theorie legt de nadruk op sociale verandering, in plaats van simpelweg te focussen op observaties en ontdekkingen over een bepaalde sociale klasse, beweging of generatie.
Feministische theorie
Feministische theorie is een soort conflicttheorie die verder gaat dan feministische bewegingen die de trends in de samenleving willen begrijpen en verklaren. Feministische theoretici onderzoeken genderongelijkheden en trachten bepaalde sociale kwalen en problemen aan deze ongelijkheden toe te schrijven. Binnen de feministische theorie worden kunst, taal, film, filosofie, aardrijkskunde, politiek, seksuele studies en economie gebruikt om problemen tussen sociale klassen en genderongelijkheden op verschillende gebieden te onderzoeken.
Postmodern
De postmoderne theorie verwerpt modernistisch denken en het gebruik van historische contexten om klassenstrijd te analyseren. Postmodernisten geloven niet in objectieve waarheden over sociale klassen, bewegingen en generaties, omdat het historische verhaal van eerdere bewegingen en periodes in wezen werd geschreven door de dominante klassen. Terugkomend op de oorspronkelijke theorie van Marx, is het gemakkelijk in te zien waarom postmodernisten sceptisch zouden staan tegenover de huidige sociale constructies, aangezien ze werden gevormd op basis van de verhalen van de heersende klasse - degenen met macht en geld. Postmodernisten beweren dat een groot deel van de geschiedenis "is weggelaten" uit het centrale verhaal van de wereldpolitiek.
Andere Overwegingen
Er zijn veel andere soorten sociale conflicttheorie, zoals gendertheorie, postkoloniale theorie, poststructuralistische theorie en wereldsysteemtheorie. Elk presenteert een andere benadering van het fundamentele idee van conflict - de strijd tussen twee klassen om rijkdom, macht of een gewenst goed te bereiken.
