Inhoud
- Team politieke debatten / Nationaal Debattoernooi
- Counter-Interrogation Debate Association
- Lincoln-Douglas debat
- Spontane ruzie
- Parlementair debat
Er worden veel verschillende soorten debatten gebruikt op de middelbare school en de universiteit, maar ook in de politieke arena. Elk type debat heeft twee kanten, maar er zijn twee algemene typen: probleemdebatten, die zijn gericht op filosofische vragen, zoals of iets goed of fout is, en mechanismedebatten, die praktische problemen behandelen, zoals de uitvoering van iets. .
Team politieke debatten / Nationaal Debattoernooi
Teampolitieke debatten hebben twee teams van elk twee panelleden. Het format bestaat uit acht toespraken - vier constructieve toespraken en vier weerleggingen - en vier vraagperiodes. De nadruk ligt op het zo snel en consistent mogelijk presenteren van grote hoeveelheden bewijs. Het format van het Nationaal Debat Toernooi (NDT) is hetzelfde als dat van politieke teamdebatten, maar wordt op universitair niveau beoefend.
Counter-Interrogation Debate Association
Debatten in de vorm van de Counter-Interrogation Debate Association, of CEDA, zijn een nieuwer type universitair debat van twee tegen twee. In tegenstelling tot NDT-debatten hebben CEDA-debatten resoluties die geen verband houden met politiek. CEDA-debatten zijn gebaseerd op waarden, maar als NDT kan veel bewijs worden aangedragen.
Lincoln-Douglas debat
De Lincoln-Douglas-debatten werden geïnspireerd door de debatten tussen Abraham Lincoln en Stephen A. Douglas tijdens een senatoriaal geschil in de jaren 1850. Het zijn een-op-een debatten die zich richten op het pleiten voor of tegen tegengestelde morele en ethische waarden. In de debatten van Lincoln-Douglas wordt traditioneel sterk de nadruk gelegd op overtuigende spraak, logica en duidelijkheid.
Spontane ruzie
Spontane argumentatiedebatten, of SPAR, hebben twee panelleden die willekeurig een onderwerp kiezen (traditioneel door loting). De panelleden besteden vervolgens een paar minuten aan het voorbereiden van wat ze gaan zeggen, voordat ze een kort debat over het onderwerp aangaan. Het wordt vaak gebruikt in klaslokalen van hogescholen en universiteiten, het helpt de angst van de spreker te verminderen en zijn zelfvertrouwen op te bouwen. Omdat debatten geen serieus onderzoek vereisen, zijn ze meer gericht op presentatie en stijl dan op inhoud.
Parlementair debat
Net als bij SPAR-debatten, vereisen parlementaire debatten geen voorafgaand onderzoek. Besluiten worden slechts 10 minuten of minder genomen voordat een discussieronde begint. Daarom worden scherpzinnigheid, logica en overtuigingskracht sterk benadrukt. Deze debatten staan bekend als "parlementair" vanwege hun gelijkenis met die in het Britse parlement. Er zijn twee teams van twee debaters en een ronde bestaat uit zes toespraken: vier constructieve toespraken en twee weerwoordtoespraken.