Inhoud
Diep in de kern van de aarde is een overvloed aan magma. Wanneer dit magma naar de oppervlakte van de planeet komt, zoals bij een vulkaanuitbarsting, wordt het lava genoemd. Zowel magma als lava zijn vormen van gesmolten gesteente. Er zijn drie hoofdprocessen waarmee gesteente tot magma kan worden gesmolten.
Decompressie
Wanneer de tektonische platen onder het aardoppervlak bewegen, creëren ze ruimte ertussen. Hete stenen onder deze platen stijgen dan op om de ruimte in te nemen. Naarmate ze stijgen, neemt de druk die erop wordt uitgeoefend af en smelten ze. Dit proces vindt plaats in de oceaankust, een onderwaterbergsysteem.
Introductie van andere elementen
Chemische elementen met relatief lage kookpunten worden "vluchtige stoffen" genoemd. Water en kooldioxide zijn beide vluchtig en kunnen, wanneer ze worden gemengd met andere elementen, hun kookpunt verlagen. Als er water in het hete gesteente onder het aardoppervlak wordt ingebracht, zal het gesteente bij lagere temperaturen smelten, waardoor gesmolten magma ontstaat.
Geleidende warmte
Wanneer twee dingen van verschillende temperatuur met elkaar in contact komen, wordt warmte overgedragen van het warmste naar het koudste object in een proces dat "geleiding" wordt genoemd. Het gesteente kan smelten door contact te maken met een ander gesmolten gesteente. Terwijl het magma stijgt, is het vaak heet genoeg om de rots die het aanraakt te smelten.
Andere Overwegingen
Magma vormt zich meestal in de aardmantel, onder de korst, maar boven de kern. Het kan uit verschillende soorten gesteente bestaan en heeft de neiging te stijgen als gevolg van de druk die wordt veroorzaakt door de hitte en het feit dat vloeibaar gesteente minder weegt dan vast gesteente. Dit zijn de krachten die ervoor zorgen dat het gesmolten gesteente als lava uit vulkanen uitbarst.