Inhoud
Alle projectoren gebruiken een soort lichtbron om de media die door de lens op het scherm worden geprojecteerd, te verlichten. De meesten van hen gebruiken gloeilampen die bestaan uit een gloeidraad die tussen twee contacten in een glazen bol is opgehangen. Het filament is een resistief element dat kan worden gecontroleerd met behulp van de ohm-testmodus van een multimeter. Het gebruik van een multimeter wordt gebruikt om te bepalen of het probleem de lamp of een ander onderdeel van de projector is.
Stap 1
Koppel de projector voorzichtig los.
Stap 2
Verwijder de dode lamp uit de projector en zorg ervoor dat deze tijd heeft om af te koelen. Behandel het met een zachte doek. Sommige lampen hebben een kleine schroefdraad aan de voet, een variatie op het type dat wordt gebruikt bij huishoudelijke verlichting. Andere typen gebruiken een basis met pinnen, vergelijkbaar met die in autokoplampen. De basis van de laatste is ook cilindrisch, maar heeft in plaats van een schroefdraad een gladde metalen basis met twee metalen pinnen die aan de zijkant uitsteken. Om dit type lamp te verwijderen, trekt u er voorzichtig aan totdat de druk van de veren van de tuit is overwonnen, draait u de lamp helemaal tegen de klok in en trekt u deze vervolgens uit.
Stap 3
Plaats de multimeter in ohm- of weerstandsmeting.
Stap 4
Raak de twee aansluitingen van de multimeter aan. De negatieve pool is meestal zwart en de positieve pool is rood. In een analoge multimeter moet de naald volledig naar één kant bewegen, wat aangeeft dat er geen weerstand is. Op een digitaal model moet de aflezing kort knipperen en vervolgens de waarde nul registreren. Als deze waarde niet wordt verkregen, beweegt u het kalibratiewiel (meestal rood) onder het display totdat de aflezing nul is.
Stap 5
Plaats elke aansluiting van de multimeter stevig in elk van de lampcontacten. Bij lampen met twee draden is elk een contact. Bij degenen met pinnen is het metalen deel dat de voet van de lamp vormt een contact, terwijl het andere contact zich aan de punt van het onderste deel bevindt, een klein punt dat van het metalen deel is gescheiden door een bruine of zwarte isolatiering.
Stap 6
Kijk of de naald (op een analoge multimeter) beweegt of stationair blijft. Als u zich verplaatst, moet u stoppen bij een weerstandmeting, meestal tussen nul en 20 ohm. Deze lezing betekent dat de lamp continuïteit heeft; werkt en moet oplichten. Als de naald op de wijzerplaat niet beweegt, is de lamp fysiek onderbroken, dwz verbrand of gebroken. In dat geval moet deze worden vervangen. Als u een digitale multimeter gebruikt, ziet u de cijfers op het scherm veranderen, wat duidt op een lage weerstandswaarde. Bij een lamp met een gebroken gloeidraad geeft de aflezing een oneindige weerstand aan.