Inhoud
Het accountantsberoep omvat wereldwijd vier fundamentele onderliggende boekhoudkundige veronderstellingen en vier fundamentele boekhoudprincipes. Boekhoudkundige veronderstellingen en principes zijn niet noodzakelijk wettelijke richtlijnen. Het zijn eerder beroepsbrede overeenkomsten die zijn ontworpen om financiële rapportage wereldwijd te standaardiseren. Het begrijpen van de aannames en boekhoudprincipes is fundamenteel voor alle studenten en professionals op het gebied van boekhouding.
Onderliggende aannames
Fundamentele boekhoudkundige veronderstellingen dienen hetzelfde doel als algemene veronderstellingen in de economie. Boekhoudkundige activiteiten vinden plaats in een gecontroleerde omgeving, met behulp van stabiele systemen en processen. Echt financieel beheer vindt echter plaats in de echte wereld, die een veelvoud aan variabelen en systemen omvat. In wezen maken boekhoudkundige veronderstellingen het gebruik van beheersbare systemen mogelijk om gebeurtenissen te verklaren die plaatsvinden in een oncontroleerbare wereld.
Basisboekhoudprincipes
De fundamentele boekhoudprincipes zijn afgeleid van de onderliggende veronderstellingen. Het doel van boekhoudprincipes is om de financiële verslaglegging betrouwbaarder en consistenter te maken voor lezers van financiële overzichten, inclusief investeerders, regelgevende instanties en zakenpartners.
Vier aannames
De eerste veronderstelling is dat het bedrijf in kwestie een rechtspersoon is die losstaat van de eigenaren. Dit is letterlijk het geval voor bedrijven en bepaalde hybride organisatievormen, maar dit is niet waar en vereist een opschorting van ongeloof voor eenmanszaken en particuliere samenwerkingsverbanden.
De tweede veronderstelling is dat het bedrijf in de nabije toekomst zal blijven bestaan en opereren. Hierdoor kunnen accountants technieken zoals afschrijving gebruiken die de kosten over verschillende toekomstige perioden spreiden.
De aanname van een stabiele munt veronderstelt dat het bedrijf zal profiteren van een stabiele munteenheid. Dit is een van die economische aannames die in de echte wereld nooit helemaal waar zijn. Valutawaarden veranderen continu in ontwikkelde en ontwikkelingslanden, maar deze aanname vereenvoudigt de waardering van activa.
De laatste veronderstelling is dat in de toekomst op regelmatige basis financiële informatie zal worden opgesteld en gerapporteerd. Deze veronderstelling geldt letterlijk voor alle beursgenoteerde bedrijven, evenals voor een breed scala aan particuliere bedrijven.
Vier principes
Het eerste fundamentele boekhoudprincipe is het feit dat activa op de balans worden gerapporteerd tegen hun aanschaffingskosten, in plaats van hun huidige marktwaarde. Dit zorgt voor consistentie in de waardering van de activa en het nettovermogen van de onderneming.
Het congruentieprincipe stelt dat zowel inkomsten als uitgaven op dezelfde manier moeten worden erkend, hetzij wanneer ze worden verdiend of gemaakt, dan wanneer ze worden ontvangen of uitgegeven. Dit voegt ook consistentie toe aan financiële rapportage.
Het principe van opbrengstverantwoording stelt dat opbrengsten pas kunnen worden erkend nadat ze volledig zijn verdiend. Dit voorkomt dat bedrijven inkomensrapporten opstellen voor banen die ze in de nabije toekomst willen doen, maar waarvoor ze nog niet zijn betaald.
Het principe van volledige openbaarmaking verzekert lezers van de jaarrekening dat alle belangrijke financiële informatie in de jaarrekening is opgenomen. Dit voorkomt dat bedrijven negatieve informatie niet opnemen bij het markeren van positieve cijfers.