Inhoud
De primaire en secundaire reacties van het menselijk lichaam komen overeen met het vermogen van het immuunsysteem om zichzelf te verdedigen tegen externe organismen zoals een ziekte, een virus of bacterie. Deze primaire reactie is de eerste verdedigingslinie en de secundaire is de laatste poging van het lichaam om de indringer te verdrijven.
Primaire reactie
Als eerste verdedigingslinie activeert het lichaam de primaire immuunrespons wanneer een schadelijk antigeen wordt gedetecteerd. Dit organisme kan een molecuul of een stof zijn die, wanneer het het menselijk lichaam binnenkomt, de productie van antilichamen door het immuunsysteem veroorzaakt. Deze verdedigingen proberen vervolgens de aanvaller te doden of te neutraliseren die wordt geïdentificeerd als een extern of gevaarlijk organisme. Nadat het lichaam is aangevallen, doorloopt het een vertraging van 10 dagen tot vier weken, totdat de productie van antilichamen begint.
Primaire reactie II
Tijdens de vertragingsfase bereiden B-lymfocyten zich voor om zich te delen en beginnen ze de afweer van het lichaam te produceren, speciaal gemaakt om schadelijke antigenen te vernietigen. De hoeveelheid antilichamen die vrijkomt in de bloedbaan is dezelfde als die van binnendringende organismen, en dat aantal neemt langzaam af wanneer de antigenen niet langer in het menselijk lichaam aanwezig zijn. Naarmate de primaire immuunrespons vordert, verbetert de kwaliteit van de antilichamen.
Secundaire reactie
De secundaire immuunrespons treedt op nadat een antigeen, dat het lichaam al is binnengedrongen, opnieuw aanvalt. De aanval moet echter worden uitgevoerd door hetzelfde virus of dezelfde bacterie van exact hetzelfde type als de vorige, bijvoorbeeld wanneer een persoon opnieuw wordt geïnfecteerd door dezelfde griep. Zodra het organisme als een grotere bedreiging wordt beschouwd, neemt de hoeveelheid antilichamen, die tijdens de eerste infectie specifiek door het lichaam voor dit type influenzavirus wordt aangemaakt, toe zonder te hoeven wachten op de vertragingsperiode.
Secundaire reactie II
Nadat het antigeen weer volledig is weggevaagd, nemen de antilichaamspiegels nog meer af dan bij de eerste respons. Alleen de meest dominante overlevenden, maar ze houden rekening met het type virus dat opnieuw moet optreden voor het geval er zich een nieuwe infectie voordoet.