Inhoud
Het begrijpen van bladmuziek is essentieel voor het correct spelen van de piano. Wanneer beginners echter naar de pagina kijken, kan het lijken alsof het om willekeurige lijnen en punten gaat. In feite is het muzieknotatiesysteem zo berekend en georganiseerd dat het in de loop van de tijd gemakkelijk te lezen is. Elk symbool en elke noot heeft een plaats en doel, en is logisch na veel oefenen.
Solsleutel
De g-sleutel is te vinden op de bovenste notenbalk van de partituur en de noten worden aan de rechterkant van het toetsenbord gespeeld. De notenbalk is een reeks lijnen waarop de noten zijn geplaatst en de g-sleutel bevindt zich aan de linkerkant. Het vertelt muzikanten dat de noten in de regels, vanaf de eerste regel naar boven, zijn: E, G, B, D, F. De noten in de spaties zijn: F, A, C, E.
Sleutel
De F-sleutel begint met de laagste noten op het toetsenbord. De noten zijn hetzelfde als in de g-sleutel, maar ze zijn serieuzer en in een andere volgorde. De bassleutel is te vinden op de onderste notenbalk van de partituur, en de muzikanten zien dat de noten in de regels zijn: S, B, D, F, A. De noten in de ruimtes zijn: A, C, E, G.
Sustenides, flats en randen
De scherpe noten zijn te herkennen aan een hekje op de partituur. Als een noot wordt aangehouden, wordt deze een halve stap hoger gespeeld. De platte noten worden aangeduid met een symbool dat eruitziet als een kleine, dunne "B". Aan het begin van het nummer staat er een symbool op de nootlocatie op de notenbalk naast de sleutel. Dit waarschuwt de muzikant voor een vlakke of scherpe partituur. Een ongeluk is wanneer deze symbolen in het nummer worden gebruikt en niet op de specifieke noot vallen of niet aan het begin van het nummer zijn geplaatst. Na gebruik van het ongeval wordt het bequadro-symbool gebruikt om de muzikant te laten weten dat hij een ongeval moet annuleren. Het symbool lijkt op het schuine vierkant, met lijnen die aan de linker- en rechterkant op en neer lopen.
Pauzeer symbolen
Er zijn verschillende soorten pauzesymbolen die in muziek worden gebruikt. De meest voorkomende is de kwartnoot. Dit betekent dat wanneer een muzikant het symbool ziet, hij even stopt met spelen. De pauzes van een kwartnoot kunnen eruitzien als gescheurde lijnen, loodrecht op de notenbalk of een zeven in omgekeerde richting. Semi-korte pauzes (fulltime pauzes) zijn lange rechthoeken die zich onder de middelste lijn bevinden en de minimale pauzes (pauzes voor de helft van de fulltime) zijn rechthoeken over de lijn. Achtste noot, zestiende, fuse en semifuse onderbrekingen zijn respectievelijk 1/8, 1/16, 1/32, 1/64. De achtste noot is bijvoorbeeld een achtste pauze van het ritme. De symbolen zien eruit als de nummers zeven met afgeronde uiteinden en worden gestapeld naarmate de waarde toeneemt.