Inhoud
Reizigers gebruiken al eeuwenlang kompassen om paden te vinden, zowel voor begeleiding op het land als in open water. Ze zijn in de loop van de tijd veranderd, beginnend als magnetische kompassen gemaakt van hout of ivoor en nu gevonden in de vorm van GPS-eenheden die in auto's zijn geïnstalleerd. Er zijn verschillende soorten kompassen, waaronder de gradenboog, de duim, de magnetische kompas, de gyroscoop en de astrobass. Elk wordt voor één doel gebruikt, sommige om het magnetische noorden te bepalen en andere om het ware noorden te bepalen.
Bodemplaat of transferkompas
Dit kompas is uitgevonden door de gebroeders Kjellstrom en heeft een rechthoekige basisplaat met een draaiende naald die de graden aangeeft. De onderkant van het kompaslichaam is gemarkeerd met parallelle lijnen in de richting van een pijl. Deze kompassen kunnen ook schaalbalken hebben om afstanden op de kaart aan een van de randen van de basisplaat te meten, een vergrootglas om geografische details te ontcijferen en modellen om begeleidingsroutes te markeren.
Duim kompas
Het duimkompas, ontwikkeld als alternatief voor de basisplaat, is gemaakt met een strip waarmee het kompas aan de duim is bevestigd. Dit kompas is ontworpen door een Zweedse adviseur en wordt op de duim van de hand geplaatst en wordt gebruikt om het op de kaart te houden. Het kompas en de kaart zullen de gegevens daarom samen lezen, waardoor een gemakkelijker en sneller begrip van de kaart mogelijk is en de andere hand vrij blijft.
Magnetisch kompas
Het meest gebruikte kompas is het magnetische. Het bepaalt het magnetische noorden met behulp van gemagnetiseerd ijzer of een staalset met lage wrijving die vrij kan bewegen. Zeelieden gebruiken al heel lang een versie van dit kompas, gemaakt van hout of ivoor. Een steen, waarvan de magnetische eigenschap eeuwen geleden in China werd ontdekt, werd gebruikt om de naald te magnetiseren. Deze rots werd Iodestone genoemd, ter ere van de zeeman Iodestar, die schepen op open zee leidde. Messingstructuren werden later gebruikt, omdat ze de naaldactiviteit niet beïnvloeden. Rond de 16e eeuw werd het verbeterd totdat een kompas werd gevonden dat sterk leek op het huidige.
Gyroscoop
Dit kompas, ontwikkeld in de 19e eeuw, bevat een wiel of bol die met hoge snelheid ronddraait en de rotatieas van de aarde gebruikt, samen met de wet van behoud van impulsmoment om het ware noorden aan te geven. De gyroscoop wordt vaak gebruikt door grote schepen die het ware noorden nauwkeurig moeten voorspellen.
Astrobass
Dit kompas bepaalt ook het ware noorden in plaats van het magnetische noorden. Het wordt voornamelijk gebruikt in extreme gebieden, zoals de noord- en zuidpool, waar magnetische kompassen defect zijn en gyroscopen niet werken. Een astrobass gebruikt de positie van sterren en planeten om het ware noorden te vinden en heeft nauwkeurige informatie nodig over datum en tijd, evenals lengte- en breedtegraad.
GPS-kompassen
GPS-kompassen gebruiken satellieten die in een baan om de aarde draaien om locaties te bepalen. Bestuurders en voetgangers gebruiken gps heel vaak, maar schepen en militairen blijven het magnetisch kompas en de gyroscoop gebruiken als de gps niet voldoende informatie kan verkrijgen via de satelliet.